Mattheus 16:9 | Verstaat gij nog niet? en gedenkt gij niet aan de vijf broden der vijf duizend [mannen]; en hoevele korven gij opnaamt? |
Markus 8:18 | Ogen hebbende, ziet gij niet? En oren hebbende, hoort gij niet? |
Lukas 17:32 | Gedenkt aan de vrouw van Lot. |
Johannes 15:20 | Gedenk des woords, dat Ik u gezegd heb: Een dienstknecht is niet meerder dan zijn heer. Indien zij Mij vervolgd hebben, zij zullen ook u vervolgen; indien zij Mijn woord bewaard hebben, zij zullen ook het uwe bewaren. |
Johannes 16:4 | Maar deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat, wanneer de ure zal gekomen zijn, gij dezelve moogt gedenken, dat Ik ze u gezegd heb; doch deze dingen heb Ik u van het begin niet gezegd, omdat Ik bij ulieden was. |
Johannes 16:21 | Een vrouw, wanneer zij baart, heeft droefheid, dewijl haar ure gekomen is; maar wanneer zij het kindeken gebaard heeft, zo gedenkt zij de benauwdheid niet meer, om de blijdschap, dat een mens ter wereld geboren is. |
Handelingen 20:31 | Daarom waakt, en gedenkt, dat ik drie jaren [lang] nacht en dag, niet opgehouden heb een iegelijk met tranen te vermanen. |
Handelingen 20:35 | Ik heb u in alles getoond, dat men, alzo arbeidende, de zwakken moet opnemen, en gedenken aan de woorden van den Heere Jezus, dat Hij gezegd heeft: Het is zaliger te geven, dan te ontvangen. |
Galaten 2:10 | Alleenlijk, dat wij den armen zouden gedenken; hetwelk zelf ik ook benaarstigd heb te doen. |
Efeziers 2:11 | Daarom gedenkt, dat gij, die eertijds heidenen waart in het vlees, en die voorhuid genaamd werdt van degenen, die genaamd zijn besnijdenis in het vlees, die met handen geschiedt; |
Colossenzen 4:18 | De groetenis met mijn hand, van Paulus. Gedenkt mijn banden. De genade zij met u. Amen. |
1 Thessalonicensen 1:3 | Zonder ophouden gedenkende het werk uws geloofs, en den arbeid der liefde, en de verdraagzaamheid der hoop op onzen Heere Jezus Christus, voor onzen God en Vader; |
1 Thessalonicensen 2:9 | Want gij gedenkt, broeders, onzen arbeid en moeite; want nacht en dag werkende, opdat wij niemand onder u zouden lastig zijn, hebben wij het Evangelie van God onder u gepredikt. |
2 Thessalonicensen 2:5 | Gedenkt gij niet, dat ik, nog bij u zijnde, u deze dingen gezegd heb? |
2 Timotheus 2:8 | Houd in gedachtenis, dat Jezus Christus uit de doden is opgewekt, Welke is uit den zade Davids, naar mijn Evangelie; |
Hebreeen 11:15 | En indien zij aan dat [vaderland] gedacht hadden, van hetwelk zij uitgegaan waren, zij zouden tijd gehad hebben, om weder te keren; |
Hebreeen 11:22 | Door het geloof heeft Jozef, stervende, gemeld van den uitgang der kinderen Israels, en heeft bevel gegeven van zijn gebeente. |
Hebreeen 13:7 | Gedenkt uwer voorgangeren, die u het Woord Gods gesproken hebben; [en] volgt hun geloof na, aanschouwende de uitkomst [hunner] wandeling. |
Openbaring 2:5 | Gedenk dan, waarvan gij uitgevallen zijt, en bekeer u, en doe de eerste werken; en zo niet, Ik zal u haastelijk [bij]komen, en zal uw kandelaar van zijn plaats weren, indien gij u niet bekeert. |
Openbaring 3:3 | Gedenk dan, hoe gij het ontvangen en gehoord hebt, en bewaar het, en bekeer u. Indien gij dan niet waakt, zo zal Ik over u komen als een dief, en gij zult niet weten, op wat ure Ik over u komen zal. |