G3503 νεότης
jeugd, jeugdige leeftijd

Bijbelteksten

Mattheus 19:20De jongeling zeide tot Hem: Al deze dingen heb ik onderhouden van mijn jonkheid af; wat ontbreekt mij nog?
Markus 10:20Doch hij, antwoordende, zeide tot Hem: Meester! al deze dingen heb ik onderhouden van mijn jonkheid af.
Lukas 18:21En hij zeide: Al deze dingen heb ik onderhouden van mijn jonkheid aan.
Handelingen 26:4Mijn leven dan van der jonkheid aan, hetwelk van den beginne onder mijn volk te Jeruzalem geweest is, weten al de Joden;
1 Timotheus 4:12Niemand verachte uw jonkheid, maar zijt een voorbeeld der gelovigen in woord, in wandel, in liefde, in den geest, in geloof, in reinheid.

Mede mogelijk dankzij

Hadderech