G3576 νωθρός
langzaam, traag, sloom, vadsig

Bijbelteksten

Hebreeen 5:11Van Denwelken wij hebben vele dingen, en zwaar om te verklaren, te zeggen, dewijl gij traag om te horen geworden zijt.
Hebreeen 6:12Opdat gij niet traag wordt, maar navolgers zijt dergenen, die door geloof en lankmoedigheid de beloftenissen beerven.

Mede mogelijk dankzij

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel