Lukas 14:30 | Zeggende: Deze mens heeft begonnen te bouwen, en heeft niet kunnen voleindigen. |
Lukas 17:28 | Desgelijks ook, gelijk het geschiedde in de dagen van Lot; zij aten, zij dronken, zij kochten, zij verkochten, zij plantten, zij bouwden; |
Lukas 20:17 | Maar Hij zag hen aan, en zeide: Wat is dan dit, hetwelk geschreven staat: De steen, dien de bouwlieden verworpen hebben, deze is tot een hoofd des hoeks geworden? |
Johannes 2:20 | De Joden zeiden dan: Zes en veertig jaren is [over] dezen tempel gebouwd, en Gij, zult Gij dien in drie dagen oprichten? |
Handelingen 4:11 | Deze is de Steen, Die van u, de bouwlieden, veracht is, Welke tot een hoofd des hoeks geworden is. |
Handelingen 7:47 | En Salomo bouwde Hem een huis. |
Handelingen 7:49 | De hemel is Mij een troon, en de aarde een voetbank Mijner voeten. Hoedanig huis zult gij Mij bouwen, zegt de Heere, of welke is de plaats Mijner ruste? |
Handelingen 9:31 | De Gemeenten dan, door geheel Judea, en Galilea, en Samaria, hadden vrede, en werden gesticht; en wandelende in de vreze des Heeren, en de vertroosting des Heiligen Geestes, werden vermenigvuldigd. |
Romeinen 15:20 | En alzo zeer begerig geweest ben om het Evangelie te verkondigen, niet waar Christus genoemd was, opdat ik niet op eens anders fondament zou bouwen; |
1 Corinthiers 8:1 | Aangaande nu de dingen, die den afgoden geofferd zijn, wij weten, dat wij allen te zamen kennis hebben. De kennis maakt opgeblazen, maar de liefde sticht. |
1 Corinthiers 8:10 | Want zo iemand u, die de kennis hebt, ziet in der afgoden tempel aanzitten, zal het geweten deszelven, die zwak is, niet gestijfd worden, om te eten de dingen, die den afgoden geofferd zijn? |
1 Corinthiers 10:23 | Alle dingen zijn mij geoorloofd, maar alle dingen zijn niet oorbaar; alle dingen zijn mij geoorloofd, maar alle dingen stichten niet. |
1 Corinthiers 14:4 | Die een [vreemde] taal spreekt, die sticht zichzelven; maar die profeteert die sticht de Gemeente. |
1 Corinthiers 14:17 | Want gij dankzegt wel behoorlijk, maar de ander wordt niet gesticht. |
Galaten 2:18 | Want indien ik, hetgeen ik afgebroken heb, datzelve wederom opbouw, zo stel ik mijzelven tot een overtreder. |
1 Thessalonicensen 5:11 | Daarom vermaant elkander, en sticht de een den anderen, gelijk gij ook doet. |
1 Petrus 2:5 | Zo wordt gij ook zelven, als levende stenen, gebouwd [tot] een geestelijk huis, [tot] een heilig priesterdom, om geestelijke offeranden op te offeren, die Gode aangenaam zijn door Jezus Christus. |
1 Petrus 2:7 | U dan, die gelooft, is Hij dierbaar; maar den ongehoorzamen [wordt gezegd]: De Steen, Dien de bouwlieden verworpen hebben, Deze is geworden tot een hoofd des hoeks, en een steen des aanstoots, en een rots der ergernis; |