Johannes 6:14 | De mensen dan, gezien hebbende het teken, dat Jezus gedaan had, zeiden: Deze is waarlijk de Profeet, Die in de wereld komen zou. |
Johannes 6:42 | En zij zeiden: Is deze niet Jezus, de Zoon van Jozef, Wiens vader en moeder wij kennen? Hoe zegt Deze dan: Ik ben uit den hemel nedergedaald? |
Johannes 6:46 | Niet dat iemand den Vader gezien heeft, dan Die van God is; Deze heeft den Vader gezien. |
Johannes 6:50 | Dit is het Brood, dat uit den hemel nederdaalt, opdat de mens daarvan ete, en niet sterve. |
Johannes 6:52 | De Joden dan streden onder elkander, zeggende: Hoe kan ons deze [Zijn] vlees te eten geven? |
Johannes 6:58 | Dit is het Brood, dat uit den hemel nedergedaald is; niet gelijk uw vaders het Manna gegeten hebben, en zijn gestorven. Die dit Brood eet, zal in der eeuwigheid leven. |
Johannes 6:60 | Velen dan van Zijn discipelen, [dit] horende, zeiden: Deze rede is hard; wie kan dezelve horen? |
Johannes 6:71 | En Hij zeide [dit van] Judas, Simons [zoon], Iskariot; want deze zou Hem verraden, zijnde een van de twaalven. |
Johannes 7:8 | Gaat gijlieden op tot dit feest; Ik ga nog niet op tot dit feest; want Mijn tijd is nog niet vervuld. |
Johannes 7:15 | En de Joden verwonderden zich, zeggende: Hoe weet Deze de Schriften, daar Hij ze niet geleerd heeft? |
Johannes 7:18 | Die van zichzelven spreekt, zoekt zijn eigen eer; maar Die de eer zoekt Desgenen, Die Hem gezonden heeft, Die is waarachtig, en geen ongerechtigheid is in Hem. |
Johannes 7:25 | Sommigen dan uit die van Jeruzalem zeiden: Is Deze niet, Dien zij zoeken te doden? |
Johannes 7:26 | En ziet, Hij spreekt vrijmoediglijk, en zij zeggen Hem niets. Zouden nu wel de oversten waarlijk weten, dat Deze waarlijk is de Christus? |
Johannes 7:31 | En velen uit de schare geloofden in Hem, en zeiden: Wanneer de Christus zal gekomen zijn, zal Hij ook meer tekenen doen dan die, welke Deze gedaan heeft? |
Johannes 7:35 | De Joden dan zeiden tot elkander: Waar zal Deze heengaan, dat wij Hem niet zullen vinden? Zal Hij tot de verstrooide Grieken gaan, en de Grieken leren? |
Johannes 7:36 | Wat is dit voor een rede, die Hij gezegd heeft: Gij zult Mij zoeken, en zult [Mij] niet vinden; en waar Ik ben, kunt gij niet komen? |
Johannes 7:40 | Velen dan uit de schare, deze rede horende, zeiden: Deze is waarlijk de Profeet. |
Johannes 7:41 | Anderen zeiden: Deze is de Christus. En anderen zeiden: Zal dan de Christus uit Galilea komen? |
Johannes 7:46 | De dienaars antwoordden: Nooit heeft een mens alzo gesproken, gelijk deze Mens. |
Johannes 7:49 | Maar deze schare, die de wet niet weet, is vervloekt. |