G3795 ὀψάριον
vis

Bijbelteksten

Johannes 6:9Hier is een jongsken, dat vijf gerstebroden heeft, en twee visjes; maar wat zijn deze onder zo velen?
Johannes 6:11En Jezus nam de broden, en gedankt hebbende, deelde Hij ze den discipelen, en de discipelen dengenen, die nedergezeten waren; desgelijks ook van de visjes, zoveel zij wilden.
Johannes 21:9Als zij dan aan het land gegaan waren, zagen zij een kolenvuur liggen, en vis daarop liggen, en brood.
Johannes 21:10Jezus zeide tot hen: Brengt van de vissen, die gij nu gevangen hebt.
Johannes 21:13Jezus dan kwam, en nam het brood, en gaf het hun, en den vis desgelijks.

Mede mogelijk dankzij

Hadderech