Lukas 3:14 | En hem vraagden ook de krijgslieden, zeggende: En wij, wat zullen wij doen? En hij zeide tot hen: Doet niemand overlast, en ontvreemdt niemand het zijne met bedrog, en laat u vergenoegen met uw bezoldigingen. |
1 Corinthiers 9:7 | Wie dient ooit in den krijg op eigen bezoldiging? Wie plant een wijngaard, en eet niet van zijn vrucht? Of wie weidt een kudde, en eet niet van de melk der kudde? |
2 Corinthiers 10:3 | Want wandelende in het vlees, voeren wij den krijg niet naar het vlees; |
1 Timotheus 1:18 | Dit gebod beveel ik u, [mijn] zoon Timotheus, dat gij naar de profetieen, die van u voorgegaan zijn, in dezelve den goeden strijd strijdt; |
2 Timotheus 2:4 | Niemand, die in de krijg dient, wordt ingewikkeld in de handelingen des leeftochts, opdat hij dien moge behagen, die [hem] tot den krijg aangenomen heeft. |
Jakobus 4:1 | Van waar [komen] krijgen en vechterijen onder u? [Komen zij] niet hiervan, [namelijk] uit uw wellusten, die in uw leden strijd voeren? |
1 Petrus 2:11 | Geliefden, ik vermaan [u] als inwoners en vreemdelingen, dat gij u onthoudt van de vleselijke begeerlijkheden, welke krijg voeren tegen de ziel; |