G4791 συγκοινωνός
deelhebber

Bijbelteksten

Romeinen 11:17En zo enige der takken afgebroken zijn, en gij, een wilde olijfboom zijnde, in derzelver [plaats] zijt ingeent, en des wortels en der vettigheid des olijfbooms mede deelachtig zijt geworden,
1 Corinthiers 9:23En dit doe ik om des Evangelies wil, opdat ik hetzelve mede deelachtig zou worden.
Filippenzen 1:7Gelijk het bij mij recht is, dat ik van u allen dit gevoel, omdat ik in [mijn] hart houde, dat gij, beide in mijn banden, en [in mijn] verantwoording en bevestiging van het Evangelie, gij allen, [zeg ik], mijner genade mede deelachtig zijt.

Mede mogelijk dankzij

StudieboekenStudieboeken