Mattheus 27:66 | En zij heengaande, verzekerden het graf met de wacht, den steen verzegeld hebbende. |
Johannes 3:33 | Die Zijn getuigenis aangenomen heeft, die heeft verzegeld, dat God waarachtig is. |
Johannes 6:27 | Werkt niet [om] de spijs, die vergaat, maar [om] de spijs, die blijft tot in het eeuwige leven, welke de Zoon des mensen ulieden geven zal; want Dezen heeft God de Vader verzegeld. |
Romeinen 15:28 | Als ik dan dit volbracht, en hun deze vrucht verzegeld zal hebben, zo zal ik door ulieder [stad] naar Spanje afkomen. |
2 Corinthiers 1:22 | Die ons ook heeft verzegeld, en het onderpand des Geestes in onze harten gegeven. |
Efeziers 1:13 | In Welken ook gij [zijt], nadat gij het woord der waarheid, [namelijk] het Evangelie uwer zaligheid gehoord hebt; in Welken gij ook, nadat gij geloofd hebt, zijt verzegeld geworden met den Heiligen Geest der belofte; |
Efeziers 4:30 | En bedroeft den Heiligen Geest Gods niet, door Welken gij verzegeld zijt tot den dag der verlossing. |
Openbaring 7:3 | Zeggende: Beschadigt de aarde niet, noch de zee, noch de bomen, totdat wij de dienstknechten onzes Gods zullen verzegeld hebben aan hun voorhoofden. |
Openbaring 7:4 | En ik hoorde het getal dergenen, die verzegeld waren: honderd vier en veertig duizend waren verzegeld uit alle geslachten der kinderen Israels. |
Openbaring 7:5 | Uit het geslacht van Juda waren twaalf duizend verzegeld; uit het geslacht van Ruben waren twaalf duizend verzegeld; uit het geslacht van Gad waren twaalf duizend verzegeld; |
Openbaring 7:8 | Uit het geslacht van Zebulon waren twaalf duizend verzegeld; uit het geslacht van Jozef waren twaalf duizend verzegeld; uit het geslacht van Benjamin waren twaalf duizend verzegeld. |
Openbaring 10:4 | En toen de zeven donderslagen hun stemmen gesproken hadden, zo zou ik ze geschreven hebben; en ik hoorde een stem uit den hemel, die tot mij zeide: Verzegel hetgeen de zeven donderslagen gesproken hebben, en schrijf dat niet. |
Openbaring 20:3 | En wierp hem in den afgrond, en sloot hem daarin, en verzegelde [dien] boven hem, opdat hij de volken niet meer verleiden zou, totdat de duizend jaren zouden geeindigd zijn. En daarna moet hij een kleinen tijd ontbonden worden. |
Openbaring 22:10 | En hij zeide tot mij: Verzegel de woorden der profetie dezes boeks niet; want de tijd is nabij. |