Mattheus 27:51 | En ziet, het voorhangsel des tempels scheurde in tweeen, van boven tot beneden; en de aarde beefde, en de steenrotsen scheurden; |
Markus 1:10 | En terstond als Hij uit het water opklom, zag Hij de hemelen opengaan, en den Geest, gelijk een duif, op Hem nederdalen. |
Markus 15:38 | En het voorhangsel des tempels scheurde in tweeen, van boven tot beneden. |
Lukas 5:36 | En Hij zeide ook tot hen een gelijkenis: Niemand zet een lap van een nieuw kleed op een oud kleed; anders zo scheurt ook dat nieuwe [het oude], en de lap van het nieuwe komt met het oude niet overeen. |
Lukas 23:45 | En de zon werd verduisterd, en het voorhangsel des tempels scheurde midden[door]. |
Johannes 19:24 | Zij dan zeiden tot elkander: Laat ons dien niet scheuren, maar laat ons daarover loten, wiens [die] zijn zal; opdat de Schrift vervuld worde, die zegt: Zij hebben Mijn klederen onder zich verdeeld, en over Mijn kleding hebben zij het lot geworpen. Dit hebben dan de krijgsknechten gedaan. |
Johannes 21:11 | Simon Petrus ging op, en trok het net op het land, vol grote vissen, [tot] honderd drie en vijftig; en hoewel er [zovele] waren, zo scheurde het net niet. |
Handelingen 14:4 | En de menigte der stad werd verdeeld, en sommigen waren met de Joden, en sommigen met de apostelen. |
Handelingen 23:7 | En als hij dit gesproken had, ontstond er tweedracht tussen de Farizeen en de Sadduceen, en de menigte werd verdeeld. |