G4977 σχίζω
splijten, uiteenscheuren

Bijbelteksten

Mattheus 27:51En ziet, het voorhangsel des tempels scheurde in tweeen, van boven tot beneden; en de aarde beefde, en de steenrotsen scheurden;
Markus 1:10En terstond als Hij uit het water opklom, zag Hij de hemelen opengaan, en den Geest, gelijk een duif, op Hem nederdalen.
Markus 15:38En het voorhangsel des tempels scheurde in tweeen, van boven tot beneden.
Lukas 5:36En Hij zeide ook tot hen een gelijkenis: Niemand zet een lap van een nieuw kleed op een oud kleed; anders zo scheurt ook dat nieuwe [het oude], en de lap van het nieuwe komt met het oude niet overeen.
Lukas 23:45En de zon werd verduisterd, en het voorhangsel des tempels scheurde midden[door].
Johannes 19:24Zij dan zeiden tot elkander: Laat ons dien niet scheuren, maar laat ons daarover loten, wiens [die] zijn zal; opdat de Schrift vervuld worde, die zegt: Zij hebben Mijn klederen onder zich verdeeld, en over Mijn kleding hebben zij het lot geworpen. Dit hebben dan de krijgsknechten gedaan.
Johannes 21:11Simon Petrus ging op, en trok het net op het land, vol grote vissen, [tot] honderd drie en vijftig; en hoewel er [zovele] waren, zo scheurde het net niet.
Handelingen 14:4En de menigte der stad werd verdeeld, en sommigen waren met de Joden, en sommigen met de apostelen.
Handelingen 23:7En als hij dit gesproken had, ontstond er tweedracht tussen de Farizeen en de Sadduceen, en de menigte werd verdeeld.

Mede mogelijk dankzij

BoekenBoeken