Johannes 13:33 | Kinderkens, nog een kleinen [tijd] ben Ik bij u. Gij zult Mij zoeken, en gelijk Ik den Joden gezegd heb: Waar Ik heenga, kunt gij niet komen; [alzo] zeg Ik ulieden nu ook. |
Galaten 4:19 | Mijn kinderkens, die ik wederom arbeide te baren, totdat Christus een gestalte in u krijge. |
1 Johannes 2:1 | Mijn kinderkens, ik schrijf u deze dingen, opdat gij niet zondigt. En indien iemand gezondigd heeft, wij hebben een Voorspraak bij den Vader, Jezus Christus, den Rechtvaardige; |
1 Johannes 2:12 | Ik schrijf u, kinderkens, want de zonden zijn u vergeven om Zijns Naams wil. |
1 Johannes 2:28 | En nu, kinderkens, blijft in Hem; opdat, wanneer Hij zal geopenbaard zijn, wij vrijmoedigheid hebben, en wij van Hem niet beschaamd gemaakt worden in Zijn toekomst. |
1 Johannes 3:7 | Kinderkens, dat u niemand verleide. Die de rechtvaardigheid doet, die is rechtvaardig, gelijk Hij rechtvaardig is. |
1 Johannes 3:18 | Mijn kinderkens, laat ons niet liefhebben met den woorde, noch met de tong, maar met de daad en waarheid. |
1 Johannes 4:4 | Kinderkens, gij zijt uit God, en hebt hen overwonnen; want Hij is meerder, Die in u is, dan die in de wereld is. |
1 Johannes 5:21 | Kinderkens, bewaart uzelven van de afgoden. Amen. |