Lukas 6:20 | En Hij, Zijn ogen opslaande over Zijn discipelen, zeide: Zalig zijt gij, armen, want uwer is het Koninkrijk Gods. |
Lukas 16:12 | En zo gij in eens anders [goed] niet getrouw zijt geweest, wie zal u het uwe geven? |
Johannes 7:6 | Jezus dan zeide tot hen: Mijn tijd is nog niet hier, maar uw tijd is altijd bereid. |
Johannes 8:17 | En er is ook in uw wet geschreven, dat de getuigenis van twee mensen waarachtig is. |
Johannes 15:20 | Gedenk des woords, dat Ik u gezegd heb: Een dienstknecht is niet meerder dan zijn heer. Indien zij Mij vervolgd hebben, zij zullen ook u vervolgen; indien zij Mijn woord bewaard hebben, zij zullen ook het uwe bewaren. |
Handelingen 27:34 | Daarom vermaan ik u spijze te nemen, want dat dient tot uw behouding; want niemand van u zal een haar van het hoofd vallen. |
Romeinen 11:31 | Alzo zijn ook dezen nu ongehoorzaam geweest, opdat ook zij door uw barmhartigheid zouden barmhartigheid verkrijgen. |
1 Corinthiers 15:31 | Ik sterf alle dagen, [hetwelk ik betuig] bij onzen roem, dien ik heb in Christus Jezus, onzen Heere. |
2 Corinthiers 8:8 | Ik zeg [dit] niet [als] gebiedende, maar [als] door de naarstigheid van anderen ook de oprechtheid uwer liefde beproevende. |
Galaten 6:13 | Want ook zij zelven, die besneden worden, houden de wet niet; maar zij willen, dat gij besneden wordt, opdat zij in uw vlees roemen zouden. |