Romeinen 12:10 | Hebt elkander hartelijk lief met broederlijke liefde; met eer de een de ander voorgaande. |
1 Thessalonicensen 4:9 | Van de broederlijke liefde nu hebt gij niet van node, dat ik u schrijve; want gijzelven zijt van God geleerd om elkander lief te hebben. |
Hebreeen 13:1 | Dat de broederlijke liefde blijve. |
1 Petrus 1:22 | Hebbende [dan] uw zielen gereinigd in de gehoorzaamheid der waarheid, door den Geest, tot ongeveinsde broederlijke liefde, zo hebt elkander vuriglijk lief uit een rein hart; |
2 Petrus 1:7 | En bij de godzaligheid broederlijke liefde, en bij de broederlijke liefde, liefde [jegens allen]. |