Hebreeen 12:10 | Want genen hebben [ons] wel voor een korten tijd, naar dat het hun goed dacht, gekastijd; maar Deze kastijdt [ons] tot [ons] nut, opdat wij Zijner heiligheid zouden deelachtig worden. |
Hebreeen 13:10 | Wij hebben een altaar, van hetwelk geen macht hebben te eten, die den tabernakel dienen. |
Jakobus 2:20 | Maar wilt gij weten, o ijdel mens, dat het geloof zonder de werken dood is? |
Jakobus 4:2 | Gij begeert, en hebt niet; gij benijdt en ijvert [naar dingen], en kunt ze niet verkrijgen; gij vecht en voert krijg, doch gij hebt niet, omdat gij niet bidt. |
1 Petrus 3:10 | Want wie het leven wil liefhebben, en goede dagen zien, die stille zijn tong van het kwaad, en zijn lippen, dat zij geen bedrog spreken; |
2 Johannes 1:12 | Ik heb veel aan ulieden te schrijven, doch ik heb niet gewild door papier en inkt; maar ik hoop tot ulieden te komen, en mond tot mond [met u] te spreken, opdat onze blijdschap volkomen moge zijn. |
3 Johannes 1:14 | Maar ik hoop u haast te zien, en wij zullen mond tot mond spreken. |
Judas 1:9 | Maar Michael, de archangel, toen hij met den duivel twistte, en handelde van het lichaam van Mozes, durfde geen oordeel van lastering tegen [hem] voortbrengen, maar zeide: De Heere bestraffe u! |
Openbaring 2:7 | Die oren heeft, die hore wat de Geest tot de Gemeenten zegt. Die overwint, Ik zal hem geven te eten van den boom des levens, die in het midden van het paradijs Gods is. |
Openbaring 2:10 | Vrees geen der dingen, die gij lijden zult. Ziet, de duivel zal [enigen] van ulieden in de gevangenis werpen, opdat gij verzocht wordt; en gij zult een verdrukking hebben van tien dagen. Zijt getrouw tot den dood, en Ik zal u geven de kroon des levens. |
Openbaring 2:14 | Maar Ik heb [enige] weinige dingen tegen u, dat gij aldaar hebt, die de lering van Balaam houden, die Balak leerde den kinderen Israels een aanstoot voor te werpen, opdat zij zouden afgodenoffer eten en hoereren. |
Openbaring 2:17 | Die oren heeft, die hore, wat de Geest tot de Gemeenten zegt. Die overwint, Ik zal hem geven te eten van het manna, dat verborgen is, en Ik zal hem geven een witten keursteen, en op den keursteen een nieuwen naam geschreven, welken niemand kent, dan die hem ontvangt. |
Openbaring 2:20 | Maar Ik heb [enige] weinige dingen tegen u, dat gij de vrouw Jezabel, die zichzelve zegt een profetes te zijn, laat leren, en Mijn dienstknechten verleiden, dat zij hoereren en afgodenoffer eten. |
Openbaring 4:11 | Gij Heere, zijt waardig te ontvangen de heerlijkheid, en de eer, en de kracht; want Gij hebt alle dingen geschapen, en door Uw wil zijn zij, en zijn zij geschapen. |
Openbaring 5:9 | En zij zongen een nieuw lied, zeggende: Gij zijt waardig dat boek te nemen, en zijn zegelen te openen; want Gij zijt geslacht, en hebt ons Gode gekocht met Uw bloed, uit alle geslacht, en taal, en volk, en natie; |
Openbaring 5:12 | Zeggende met een grote stem: Het Lam, Dat geslacht is, is waardig te ontvangen de kracht, en rijkdom, en wijsheid, en sterkte, en eer, en heerlijkheid, en dankzegging. |
Openbaring 6:4 | En een ander paard ging uit, dat rood was; en dien, die daarop zat, werd [macht] gegeven den vrede te nemen van de aarde; en dat zij elkander zouden doden; en hem werd een groot zwaard gegeven. |
Openbaring 9:6 | En in die dagen zullen de mensen den dood zoeken, en zullen dien niet vinden; en zij zullen begeren te sterven, en de dood zal van hen vlieden. |
Openbaring 10:9 | En ik ging henen tot den engel, zeggende tot hem: Geef mij dat boeksken. En hij zeide tot mij: Neem dat en eet het op; en het zal uw buik bitter maken, maar in uw mond zal het zoet zijn als honig. |
Openbaring 11:18 | En de volken waren toornig geworden, en Uw toorn is gekomen, en de tijd der doden, om geoordeeld te worden, en om het loon te geven Uw dienstknechten, den profeten, en den heiligen, en dengenen, die Uw Naam vrezen, den kleinen en den groten; en om te verderven degenen, die de aarde verdierven. |