Handelingen 1:22 | Beginnende van den doop van Johannes, tot den dag toe, in welken Hij van ons opgenomen is, een derzelven met ons getuige worde van Zijn opstanding. |
Handelingen 4:28 | Om te doen al wat Uw hand en Uw raad te voren bepaald had, dat geschieden zou. |
Handelingen 7:39 | Denwelken onze vaders niet wilden gehoorzaam zijn, maar verwierpen [hem], en keerden met hun harten [weder] naar Egypte; |
Handelingen 10:40 | Dezen heeft God opgewekt ten derden dage, en gegeven, dat Hij openbaar zou worden; |
Handelingen 19:21 | En als deze dingen volbracht waren, nam Paulus voor in den Geest, Macedonie en Achaje doorgegaan hebbende, naar Jeruzalem te reizen, zeggende: Nadat ik aldaar zal geweest zijn, moet ik ook Rome zien. |
Handelingen 20:16 | Want Paulus had voorgenomen Efeze voorbij te varen, opdat hij niet den tijd in Azie zou verslijten; want hij spoedde zich, om (zo het hem mogelijk ware) op den pinksterdag te Jeruzalem te zijn. |
Handelingen 22:17 | En het gebeurde mij, als ik te Jeruzalem wedergekeerd was, en in den tempel bad, dat ik in een vertrekking van zinnen was; |
Handelingen 26:28 | En Agrippa zeide tot Paulus: Gij beweegt mij bijna een Christen te worden. |
Handelingen 26:29 | En Paulus zeide: Ik wenste wel van God, dat, en bijna en geheellijk, niet alleen gij, maar ook allen, die mij heden horen, zodanigen wierden, gelijk als ik ben, uitgenomen deze banden. |
Handelingen 27:16 | En lopende onder een zeker eilandje, genaamd Klauda, konden wij nauwelijks de boot machtig worden. |
Handelingen 27:29 | En vrezende, dat zij ergens op harde plaatsen vervallen mochten, wierpen zij vier ankers van het achterschip uit, en wensten, dat het dag werd. |
Romeinen 4:18 | Welke tegen hoop op hoop geloofd heeft, dat hij zou worden een vader van vele volken; volgens hetgeen gezegd was: Alzo zal uw zaad wezen. |
Romeinen 7:4 | Zo dan, mijn broeders, gij zijt ook der wet gedood door het lichaam van Christus, opdat gij zoudt worden eens Anderen, [namelijk] Desgenen, Die van de doden opgewekt is, opdat wij Gode vruchten dragen zouden. |
1 Corinthiers 7:21 | Zijt gij, een dienstknecht zijnde, geroepen, laat u [dat] niet bekommeren; maar indien gij ook kunt vrij worden, gebruik [dat] liever. |
2 Corinthiers 10:13 | Doch wij zullen niet roemen buiten de maat; maar dat wij, naar de maat des regels, welke maat ons God toegedeeld heeft, ook tot u toe zijn gekomen. |
Filippenzen 1:13 | Alzo dat mijn banden in Christus openbaar geworden zijn in het ganse rechthuis, en aan alle anderen; |
Filippenzen 3:21 | Die ons vernederd lichaam veranderen zal, opdat hetzelve gelijkvormig worde aan Zijn heerlijk lichaam, naar de werking, waardoor Hij ook alle dingen Zichzelven kan onderwerpen. |
1 Thessalonicensen 1:7 | Alzo dat gij voorbeelden geworden zijt al den gelovigen in Macedonie en Achaje. |
Hebreeen 6:10 | Want God is niet onrechtvaardig, dat Hij uw werk zou vergeten, en den arbeid der liefde, die gij aan Zijn Naam bewezen hebt, als die de heiligen gediend hebt en [nog] dient. |
Openbaring 1:1 | De openbaring van Jezus Christus, die God Hem gegeven heeft, om Zijn dienstknechten te tonen de dingen, die haast geschieden moeten; en die Hij door Zijn engel gezonden, en Zijn dienstknecht Johannes te kennen gegeven heeft; |