Mattheus 5:24 | Laat daar uw gave voor het altaar, en gaat heen, verzoent u eerst met uw broeder, en komt dan en offert uw gave. |
Mattheus 10:13 | En indien dat huis waardig is, zo kome uw vrede over hetzelve, maar indien het niet waardig is, zo kere uw vrede weder tot u. |
1 Corinthiers 7:11 | En indien zij ook scheidt, dat zij ongetrouwd blijve, of met den man verzoene; en dat de man de vrouw niet verlate. |
2 Corinthiers 5:20 | Zo zijn wij dan gezanten van Christus wege, alsof God door ons bade; wij bidden van Christus wege: laat u met God verzoenen. |
Jakobus 4:7 | Zo onderwerpt u dan Gode; wederstaat den duivel, en hij zal van u vlieden. |
Jakobus 4:9 | Gedraagt u als ellendigen, en treurt en weent; uw lachen worde veranderd in treuren, en [uw] blijdschap in bedroefdheid. |
1 Petrus 1:17 | En indien gij tot een Vader aanroept Dengene, Die zonder aanneming des persoons oordeelt naar eens iegelijks werk, zo wandelt in vreze den tijd uwer inwoning; |
1 Petrus 2:13 | Zijt dan alle menselijke ordening onderdanig, om des Heeren wil; hetzij den koning, als de opperste macht hebbende; |
1 Petrus 5:5 | Desgelijks gij jongen, zijt den ouden onderdanig; en zijt allen elkander onderdanig; zijt met de ootmoedigheid bekleed; want God wederstaat de hovaardigen, maar de nederigen geeft Hij genade. |