G5663

Bijbelteksten

Romeinen 16:5[Groet] ook de Gemeente in hun huis. Groet Epenetus, mijn beminde, die de eersteling is van Achaje in Christus.
Romeinen 16:6Groet Maria, die veel voor ons gearbeid heeft.
Romeinen 16:7Groet Andronikus en Junias, mijn magen, en mijn medegevangenen, welke vermaard zijn onder de apostelen, die ook voor mij in Christus geweest zijn.
Romeinen 16:8Groet Amplias, mijn beminde in den Heere.
Romeinen 16:9Groet Urbanus, onzen medearbeider in Christus, en Stachys, mijn beminde.
Romeinen 16:10Groet Apelles, die beproefd is in Christus. Groet hen, die van het [huisgezin] van Aristobulus [zijn].
Romeinen 16:11Groet Herodion, die van mijn maagschap is. Groet hen, die van [het huisgezin] van Narcissus [zijn], degenen [namelijk], die in den Heere zijn.
Romeinen 16:12Groet Tryfena en Tryfosa, [vrouwen] die in den Heere arbeiden. Groet Persis, de beminde [zuster], die veel gearbeid heeft in den Heere.
Romeinen 16:13Groet Rufus, den uitverkorene in den Heere, en zijn moeder en de mijne.
Romeinen 16:14Groet Asynkritus, Flegon, Hermas, Patrobas, Hermes, en de broeders, die met hen zijn.
Romeinen 16:15Groet Filologus en Julia, Nereus en zijn zuster, en Olympas, en al de heiligen, die met henlieden zijn.
Romeinen 16:16Groet elkander met een heiligen kus. De Gemeenten van Christus groeten ulieden.
1 Corinthiers 7:21Zijt gij, een dienstknecht zijnde, geroepen, laat u [dat] niet bekommeren; maar indien gij ook kunt vrij worden, gebruik [dat] liever.
1 Corinthiers 16:20U groeten al de broeders. Groet elkander met een heiligen kus.
2 Corinthiers 11:16Ik zeg wederom, dat niemand mene, dat ik onwijs ben; doch zo niet, neemt mij [dan] aan als een onwijze, opdat ik ook een weinig moge roemen.
2 Corinthiers 12:13Want wat is er, waarin gij minder geweest zijt dan de andere Gemeenten, anders, dan dat ikzelf u niet lastig ben geweest? Vergeeft mij dit ongelijk.
2 Corinthiers 13:12Groet elkander met een heiligen kus. U groeten al de heiligen.
Filippenzen 4:21Groet alle heiligen in Christus Jezus; U groeten de broeders, die met mij zijn.
Colossenzen 4:10U groet Aristarchus, mijn medegevangene; en Markus, de neef van Barnabas, aangaande welken gij bevelen ontvangen hebt; zo hij tot u komt, ontvangt hem;
Colossenzen 4:15Groet de broeders, die in Laodicea zijn, en Nymfas, en de Gemeente, die in zijn huis is.

Mede mogelijk dankzij

StudieboekenStudieboeken