Handelingen 8:24 | Doch Simon, antwoordende, zeide: Bidt gijlieden voor mij tot den Heere, opdat niets over mij kome van hetgeen gij gezegd hebt. |
Handelingen 9:11 | En de Heere [zeide] tot hem: Sta op, en ga in de straat, genaamd de Rechte, en vraag in het huis van Judas naar [een], met name Saulus, van Tarsen; want zie, hij bidt. |
Handelingen 28:26 | Zeggende: Ga heen tot dit volk, en zeg: Met het gehoor zult gij horen, en geenszins verstaan; en ziende zult gij zien, en geenszins bemerken. |
Romeinen 11:9 | En David zegt: Hun tafel worde tot een strik, en tot een val, en tot een aanstoot, en tot een vergelding voor hen. |
1 Petrus 1:15 | Maar gelijk Hij, Die u geroepen heeft, heilig is, [zo] wordt ook gijzelven heilig in al [uw] wandel; |
1 Petrus 3:14 | Maar indien gij ook lijdt om der gerechtigheid wil, zo zijt gij zalig; en vreest niet uit vreze van hen, en wordt niet ontroerd; |
Openbaring 14:7 | Zeggende met een grote stem: Vreest God, en geeft Hem heerlijkheid, want de ure Zijns oordeels is gekomen; en aanbidt Hem, Die den hemel, en de aarde, en de zee, en de fonteinen der wateren gemaakt heeft. |