2 Corinthiers 11:25 | Driemaal ben ik met roeden gegeseld geweest, eens ben ik gestenigd, driemaal heb ik schipbreuk geleden, een [gansen] nacht en dag heb ik in de diepte doorgebracht. |
2 Corinthiers 11:33 | En ik werd door een venster in een mand over den muur nedergelaten, en ontvlood zijn handen. |
2 Corinthiers 12:7 | En opdat ik mij door de uitnemendheid der openbaringen niet zou verheffen, zo is mij gegeven een scherpe doorn in het vlees, [namelijk] een engel des satans, dat hij mij met vuisten slaan zou, opdat ik mij niet zou verheffen. |
2 Corinthiers 12:12 | De merktekenen van een apostel zijn onder u betoond in alle lijdzaamheid, met tekenen, en wonderen, en krachten. |
2 Corinthiers 12:13 | Want wat is er, waarin gij minder geweest zijt dan de andere Gemeenten, anders, dan dat ikzelf u niet lastig ben geweest? Vergeeft mij dit ongelijk. |
2 Corinthiers 13:4 | Want hoewel Hij gekruist is door zwakheid, zo leeft Hij nochtans door de kracht Gods. Want ook wij zijn zwak in Hem, maar zullen met Hem leven door de kracht Gods in u. |
Galaten 1:12 | Want ik heb ook hetzelve niet van een mens ontvangen, noch geleerd, maar door de openbaring van Jezus Christus. |
Galaten 2:3 | Maar ook Titus, die met mij was, een Griek zijnde, werd niet genoodzaakt zich te laten besnijden. |
Galaten 2:13 | En ook de andere Joden veinsden met hem; alzo dat ook Barnabas mede afgetrokken werd door hun veinzing. |
Galaten 2:17 | Maar indien wij, die in Christus zoeken gerechtvaardigd te worden, ook zelven zondaars bevonden worden, is dan Christus een dienaar der zonde? Dat zij verre. |
Galaten 3:6 | Gelijkerwijs Abraham Gode geloofd heeft, en het is hem tot rechtvaardigheid gerekend. |
Galaten 3:16 | Nu zo zijn de beloftenissen tot Abraham en zijn zaad gesproken. Hij zegt niet: En den zaden, als van velen; maar als van een: En uw zade; hetwelk is Christus. |
Galaten 3:19 | Waartoe is dan de wet? Zij is om der overtredingen wil daarbij gesteld, totdat het zaad zou gekomen zijn, dien het beloofd was; en zij is door de engelen besteld in de hand des Middelaars. |
Galaten 3:21 | Is dan de wet tegen de beloftenissen Gods? Dat zij verre; want indien er een wet gegeven ware, die machtig was levend te maken, zo zou waarlijk de rechtvaardigheid uit de wet zijn. |
Galaten 3:27 | Want zovelen als gij in Christus gedoopt zijt, hebt gij Christus aangedaan. |
Galaten 5:4 | Christus is u ijdel geworden, die door de wet gerechtvaardigd [wilt] worden; gij zijt van de genade vervallen. |
Galaten 5:13 | Want gij zijt tot vrijheid geroepen, broeders, alleenlijk [gebruikt] de vrijheid niet tot een oorzaak voor het vlees; maar dient elkander door de liefde. |
Efeziers 1:11 | In Hem, in Welken wij ook een erfdeel geworden zijn, wij, die te voren verordineerd waren naar het voornemen Desgenen, Die alle dingen werkt naar den raad van Zijn wil; |
Efeziers 1:13 | In Welken ook gij [zijt], nadat gij het woord der waarheid, [namelijk] het Evangelie uwer zaligheid gehoord hebt; in Welken gij ook, nadat gij geloofd hebt, zijt verzegeld geworden met den Heiligen Geest der belofte; |
Efeziers 3:5 | Welke in andere eeuwen den kinderen der mensen niet is bekend gemaakt, gelijk zij nu is geopenbaard aan Zijn heilige apostelen en profeten, door den Geest; |