G5694

Bijbelteksten

Mattheus 27:49Doch de anderen zeiden: Houd op, laat ons zien, of Elias komt, om Hem te verlossen.
Johannes 6:64Maar er zijn sommigen van ulieden, die niet geloven. Want Jezus wist van den beginne, wie zij waren, die niet geloofden, en wie hij was, die Hem verraden zou.
Handelingen 8:27En hij stond op en ging heen; en ziet, een Moorman, een kamerling, [en] een machtig heer van Candace, de koningin der Moren, die over al haar schat was, welke was gekomen om aan te bidden te Jeruzalem;
Handelingen 20:22En nu ziet, ik, gebonden zijnde door den Geest, reis naar Jeruzalem, niet wetende, wat mij daar ontmoeten zal;
Handelingen 22:5Gelijk mij ook de hogepriester getuige is, en de gehele raad der ouderlingen; van dewelke ik ook brieven genomen hebbende tot de broeders, ben naar Damaskus gereisd, om ook degenen, die daar waren, gebonden te brengen naar Jeruzalem, opdat zij gestraft zouden worden.
Handelingen 24:11Alzo gij kunt weten, dat het niet meer dan twaalf dagen zijn, van dat ik ben opgekomen om te aanbidden te Jeruzalem;
Handelingen 24:17Doch na vele jaren ben ik gekomen om aalmoezen te doen aan mijn volk, en offeranden.
Romeinen 8:34Wie is het, die verdoemt? Christus is het, Die gestorven is; ja, wat meer is, Die ook opgewekt is, Die ook ter rechter[hand] Gods is, Die ook voor ons bidt.
Hebreeen 13:17Zijt uw voorgangeren gehoorzaam, en zijt hun onderdanig; want zij waken voor uw zielen, als die rekenschap geven zullen; opdat zij dat doen mogen met vreugde en niet al zuchtende; want dat is u niet nuttig.
1 Petrus 3:13En wie is het, die u kwaad doen zal, indien gij navolgers zijt van het goede?

Mede mogelijk dankzij

Livius Onderwijs