Lukas 23:17 | En hij moest hun op het feest een loslaten. |
Lukas 23:26 | En als zij Hem wegleidden, namen zij een Simon van Cyrene, komende van den akker, en legden hem het kruis op, dat hij het achter Jezus droeg. |
Lukas 23:30 | Alsdan zullen zij beginnen te zeggen tot de bergen: Valt op ons; en tot de heuvelen: Bedekt ons. |
Lukas 24:15 | En het geschiedde, terwijl zij samen spraken, en elkander ondervraagden, dat Jezus Zelf bij [hen] kwam, en met hen ging. |
Lukas 24:23 | En Zijn lichaam niet vindende, kwamen zij en zeiden, dat zij ook een gezicht van engelen gezien hadden, die zeggen, dat Hij leeft. |
Lukas 24:25 | En Hij zeide tot hen: O onverstandigen en tragen van hart, om te geloven al hetgeen de profeten gesproken hebben! |
Lukas 24:37 | En zij verschrikt en zeer bevreesd geworden zijnde, meenden, dat zij een geest zagen. |
Lukas 24:45 | Toen opende Hij hun verstand, opdat zij de Schriften verstonden. |
Lukas 24:51 | En het geschiedde, als Hij hen zegende, dat Hij van hen scheidde, en werd opgenomen in den hemel. |
Johannes 1:33 | En ik kende Hem niet; maar Die mij gezonden heeft, om te dopen met water, Die had mij gezegd: Op Welken gij den Geest zult zien nederdalen, en op Hem blijven, Deze is het, Die met den Heiligen Geest doopt. |
Johannes 2:24 | Maar Jezus Zelf betrouwde hun Zichzelven niet, omdat Hij hen allen kende, |
Johannes 3:2 | Deze kwam des nachts tot Jezus, en zeide tot Hem: Rabbi, wij weten, dat Gij zijt een Leraar van God gekomen; want niemand kan deze tekenen doen, die Gij doet, zo God met hem niet is. |
Johannes 3:27 | Johannes antwoordde en zeide: Een mens kan geen ding aannemen, zo het hem uit de hemel niet gegeven zij. |
Johannes 3:30 | Hij moet wassen, maar ik minder worden. |
Johannes 4:15 | De vrouw zeide tot Hem: Heere, geef mij dat water, opdat mij niet dorste, en ik hier niet [moet] komen, om te putten. |
Johannes 4:20 | Onze vaders hebben op deze berg aangebeden; en gijlieden zegt dat te Jeruzalem de plaats is, waar men moet aanbidden. |
Johannes 4:24 | God is een Geest, en die Hem aanbidden, moeten [Hem] aanbidden in geest en waarheid. |
Johannes 4:38 | Ik heb u uitgezonden, om te maaien, hetgeen gij niet bearbeid hebt; anderen hebben het bearbeid, en gij zijt tot hun arbeid ingegaan. |
Johannes 4:47 | Deze, gehoord hebbende, dat Jezus uit Judea in Galilea kwam, ging tot Hem, en bad Hem, dat Hij afkwame, en zijn zoon gezond maakte; want hij lag op zijn sterven. |
Johannes 5:19 | Jezus dan antwoordde en zeide tot hen: Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: De Zoon kan niets van Zichzelven doen, tenzij Hij den Vader dat ziet doen; want zo wat Die doet, hetzelve doet ook de Zoon desgelijks. |