G5723

Bijbelteksten

Mattheus 23:2Zeggende: De Schriftgeleerden en de Farizeen zijn gezeten op de stoel van Mozes;
Mattheus 23:16Wee u, gij blinde leidslieden, die zegt: Zo wie gezworen zal hebben bij den tempel, dat is niets; maar zo wie gezworen zal hebben bij het goud des tempels, die is schuldig.
Mattheus 23:17Gij dwazen en blinden, want wat is meerder, het goud, of de tempel, die het goud heiligt?
Mattheus 23:19Gij dwazen en blinden, want wat is meerder, de gave, of het altaar, dat de gave heiligt?
Mattheus 23:24Gij blinde leidslieden, die de mug uitzijgt, en den kemel doorzwelgt.
Mattheus 23:37Jeruzalem, Jeruzalem! gij, die de profeten doodt, en stenigt, die tot u gezonden zijn! hoe menigmaal heb Ik uw kinderen willen bijeenvergaderen, gelijkerwijs een hen haar kiekens bijeenvergadert onder de vleugels; en gijlieden hebt niet gewild.
Mattheus 24:3En als Hij op den Olijfberg gezeten was, gingen de discipelen tot Hem alleen, zeggende: Zeg ons, wanneer zullen deze dingen zijn, en welk [zal] het teken [zijn] van Uw toekomst, en van de voleinding der wereld?
Mattheus 24:5Want velen zullen komen onder Mijn Naam, zeggende: Ik ben de Christus; en zij zullen velen verleiden.
Mattheus 24:15Wanneer gij dan zult zien den gruwel der verwoesting, waarvan gesproken is door Daniel, de profeet, staande in de heilige plaats; (die [het] leest, die merke daarop!)
Mattheus 24:19Maar wee de bevruchten, en den zogenden [vrouwen] in die dagen!
Mattheus 24:38Want gelijk zij waren in de dagen voor den zondvloed, etende en drinkende, trouwende en ten huwelijk uitgevende, tot den dag toe, in welken Noach in de ark ging;
Mattheus 24:41Er zullen twee [vrouwen] malen in den molen, de ene zal aangenomen, en de andere zal verlaten worden.
Mattheus 24:46Zalig is die dienstknecht, welken zijn heer, komende, zal vinden alzo doende.
Mattheus 24:47Voorwaar, Ik zeg u, dat hij hem zal zetten over al zijn goederen.
Mattheus 24:49En zou beginnen [zijn] mededienstknechten te slaan, en te eten en te drinken met de dronkaards;
Mattheus 25:5Als nu de bruidegom vertoefde, werden zij allen sluimerig, en vielen in slaap.
Mattheus 25:9Doch de wijzen antwoordden, zeggende: [Geenszins], opdat er misschien voor ons en voor u niet genoeg zij; maar gaat liever tot de verkopers, en koopt voor uzelven.
Mattheus 25:11Daarna kwamen ook de andere maagden, zeggende: Heere, Heere, doe ons open!
Mattheus 25:14Want [het is] gelijk een mens, die buiten 's lands reizende, zijn dienstknechten riep, en gaf hun zijn goederen over.
Mattheus 25:20En die de vijf talenten ontvangen had, kwam, en bracht tot hem andere vijf talenten, zeggende: Heere! vijf talenten hebt gij mij gegeven; zie andere vijf talenten heb ik boven dezelve gewonnen.

Mede mogelijk dankzij

Livius Onderwijs