Galaten 1:23 | Maar zij hadden alleenlijk gehoord, [dat men zeide]: Degene, die ons eertijds vervolgde, verkondigt nu het geloof, hetwelk hij eertijds verwoestte. |
Galaten 4:10 | Gij onderhoudt dagen, en maanden, en tijden, en jaren. |
Galaten 4:20 | Doch ik wilde, dat ik nu tegenwoordig bij u ware, en mijn stem mocht veranderen; want ik ben in twijfel over u. |
Efeziers 1:16 | Houde niet op voor u te danken, gedenkende uwer in mijn gebeden; |
Efeziers 3:13 | Daarom bid ik, dat gij niet vertraagt in mijn verdrukkingen voor u, hetwelke is uw heerlijkheid. |
Efeziers 3:20 | Hem nu, Die machtig is meer dan overvloediglijk te doen, boven al wat wij bidden of denken, naar de kracht, die in ons werkt, |
Efeziers 4:16 | Uit Welken het gehele lichaam bekwamelijk samengevoegd en samen vastgemaakt zijnde, door alle voegselen der toebrenging, naar de werking van een iegelijk deel in [zijn] maat, den wasdom des lichaams bekomt, tot zijns zelfs opbouwing in de liefde. |
Colossenzen 1:9 | Waarom ook wij, van dien dag af dat wij het gehoord hebben, niet ophouden voor u te bidden en te begeren, dat gij moogt vervuld worden met de kennis van Zijn wil, in alle wijsheid en geestelijk verstand; |
1 Thessalonicensen 2:13 | Daarom danken wij ook God zonder ophouden, dat, als gij het Woord der prediking van God van ons ontvangen hebt, gij dat aangenomen hebt, niet [als] der mensen woord, maar (gelijk het waarlijk is) [als] Gods Woord, dat ook werkt in u, die gelooft. |
1 Thessalonicensen 5:3 | Want wanneer zij zullen zeggen: Het is vrede, en zonder gevaar; dan zal een haastig verderf hun overkomen, gelijk de barensnood een bevruchte [vrouw]; en zij zullen het geenszins ontvlieden; |
2 Thessalonicensen 2:7 | Want de verborgenheid der ongerechtigheid wordt alrede gewrocht; alleenlijk, Die hem nu wederhoudt, [Die zal hem wederhouden], totdat hij uit het midden zal [weggedaan] worden. |
1 Timotheus 1:18 | Dit gebod beveel ik u, [mijn] zoon Timotheus, dat gij naar de profetieen, die van u voorgegaan zijn, in dezelve den goeden strijd strijdt; |
1 Timotheus 3:1 | Dit is een getrouw woord: zo iemand tot eens opzieners ambt lust heeft, die begeert een treffelijk werk. |
1 Timotheus 3:13 | Want die wel gediend hebben, verkrijgen zichzelven een goeden opgang, en vele vrijmoedigheid in het geloof, hetwelk is in Christus Jezus. |
2 Timotheus 3:8 | Gelijkerwijs nu Jannes en Jambres Mozes tegenstonden, alzo staan ook deze de waarheid tegen; mensen, verdorven zijnde van verstand, verwerpelijk aangaande het geloof. |
Hebreeen 7:15 | En [dit] is nog veel meer openbaar, zo er naar de gelijkenis van Melchizedek een ander priester opstaat: |
Hebreeen 11:4 | Door het geloof heeft Abel een meerdere offerande Gode geofferd dan Kain, door hetwelk hij getuigenis bekomen heeft, dat hij rechtvaardig was, alzo God over zijn gave getuigenis gaf; en door hetzelve [geloof] spreekt hij nog, nadat hij gestorven is. |
Hebreeen 11:16 | Maar nu zijn zij begerig naar een beter, dat is, naar het hemelse. Daarom schaamt Zich God hunner niet, om hun God genaamd te worden; want Hij had hun een stad bereid. |
Jakobus 4:3 | Gij bidt, en gij ontvangt niet, omdat gij kwalijk bidt, opdat gij het in uw wellusten doorbrengen zoudt. |
Jakobus 4:6 | Ja, Hij geeft meerdere genade. Daarom zegt [de Schrift]: God wederstaat de hovaardigen, maar den nederigen geeft Hij genade. |