G5744

Bijbelteksten

1 Corinthiers 16:13Waakt, staat in het geloof, houdt u mannelijk, zijt sterk.
2 Corinthiers 13:11Voorts, broeders, zijt blijde, wordt volmaakt, zijt getroost, zijt eensgezind, leeft in vrede; en de God der liefde en des vredes zal met u zijn.
Galaten 5:1Staat dan in de vrijheid, met welke ons Christus vrijgemaakt heeft, en wordt niet wederom met het juk der dienstbaarheid bevangen.
Galaten 6:7Dwaalt niet; God laat Zich niet bespotten; want zo wat de mens zaait, dat zal hij ook maaien.
Efeziers 4:26Wordt toornig, en zondigt niet; de zon ga niet onder over uw toornigheid;
Efeziers 5:3Maar hoererij en alle onreinigheid, of gierigheid, laat ook onder u niet genoemd worden, gelijkerwijs het den heiligen betaamt,
Efeziers 5:18En wordt niet dronken in wijn, waarin overdaad is, maar wordt vervuld met den Geest;
Efeziers 6:10Voorts, mijn broeders, wordt krachtig in den Heere, en in de sterkte Zijner macht.
Filippenzen 2:5Want dat gevoelen zij in u, hetwelk ook in Christus Jezus was;
Filippenzen 4:6Weest in geen ding bezorgd; maar laat uw begeerten in alles, door bidden en smeken, met dankzegging bekend worden bij God;
Colossenzen 3:19Gij mannen, hebt uw vrouwen lief, en wordt niet verbitterd tegen haar.
1 Timotheus 3:10En dat deze ook eerst beproefd worden, [en] dat zij daarna dienen, zo zij onbestraffelijk zijn.
1 Timotheus 5:9Dat een weduwe gekozen worde niet minder dan van zestig jaren, welke eens mans vrouw geweest zij;
1 Timotheus 5:16Zo enig gelovig [man], of gelovige [vrouw] weduwen heeft, dat die haar genoegzame hulp doe, en dat de Gemeente niet bezwaard worde, opdat zij degenen, die waarlijk weduwen zijn, genoegzame hulp doen moge.
1 Timotheus 5:17Dat de ouderlingen, die wel regeren, dubbele eer waardig geacht worden, voornamelijk die arbeiden in het Woord en de leer.
2 Timotheus 2:1Gij dan, mijn zoon, word gesterkt in de genade, die in Christus Jezus is;
Hebreeen 12:5En gij hebt vergeten de vermaning, die tot u als tot zonen spreekt: Mijn zoon, acht niet klein de kastijding des Heeren, en bezwijkt niet, als gij van Hem bestraft wordt;
Hebreeen 13:9Wordt niet omgevoerd met verscheidene en vreemde leringen; want het is goed, dat het hart gesterkt wordt door genade, niet door spijzen, door welke geen nuttigheid bekomen hebben, die [daarin] gewandeld hebben.
Jakobus 1:16Dwaalt niet, mijn geliefde broeders!
Jakobus 2:16En iemand van u tot hen zou zeggen: Gaat henen in vrede, wordt warm, en wordt verzadigd; en gijlieden zoudt hun niet geven de nooddruftigheden des lichaams, wat nuttigheid is dat?

Mede mogelijk dankzij