H47 אַבִּיר
machtig, krachtig, koppig (fig.)

Bijbelteksten

Richteren 5:22Toen werden de paardenhoeven verpletterd, van het rennen, het rennen zijner machtigen.
1 Samuel 21:7Daar was nu een man van de knechten van Saul, te dienzelven dage opgehouden voor het aangezicht des HEEREN, en zijn naam was Doeg, een Edomiet, de machtigste onder de herderen, die Saul had.
Job 24:22Ook trekt hij de machtigen door zijn kracht; staat hij op, zo is men des levens niet zeker.
Job 34:20In een ogenblik sterven zij; zelfs ter middernacht wordt een volk geschud, dat het doorga; en de machtige wordt weggenomen zonder hand.
Psalm 22:13Vele varren hebben mij omsingeld, sterke [stieren] van Basan hebben mij omringd.
Psalm 50:13Zou Ik stierenvlees eten, of bokkenbloed drinken?
Psalm 68:31Scheld het wild gedierte des riets, de vergadering der stieren met de kalveren der volken; [en] dien, die zich onderwerpt met stukken zilvers; Hij heeft de volken verstrooid, [die] lust hebben in oorlogen.
Psalm 76:6De stouthartigen zijn beroofd geworden; zij hebben hun slaap gesluimerd; en geen van de dappere mannen hebben hun handen gevonden.
Psalm 78:25Een iegelijk at het brood der Machtigen; Hij zond hun teerkost tot verzadiging.
Jesaja 10:13Omdat hij gezegd heeft: Door de kracht mijner hand heb ik het gedaan, en door mijn wijsheid, want ik ben verstandig; en ik heb de landpalen der volken weggenomen, en heb hun voorraad geroofd, en heb als een geweldige de inwoners doen nederdalen;
Jesaja 34:7En de eenhoornen zullen met hen afgaan, en de varren met de stieren; en hun land zal doordronken zijn van het bloed, en hun stof zal van het smeer vet gemaakt worden.
Jesaja 46:12Hoort naar Mij, gij stijven van harte, gij, die verre van de gerechtigheid zijt!
Jeremia 8:16Van Dan af wordt het gesnuif zijner paarden gehoord; het ganse land beeft van het geluid der briesingen zijner sterken; en zij komen daarhenen, dat zij het land opeten en diens volheid, de stad en die daarin wonen.
Jeremia 46:15Waarom zijn uw sterken weggeveegd? Zij stonden niet, omdat hen de HEERE voortdreef.
Jeremia 47:3Vanwege het geluid van het geklater der hoeven zijner sterke [paarden], vanwege het geraas zijner wagenen, [en] het bulderen zijner raderen; de vaders zien niet om naar de kinderen, vanwege de slappigheid der handen;
Jeremia 50:11Omdat gij u verblijd hebt, omdat gij van vreugde hebt opgesprongen, gij plunderaars Mijner erfenis! omdat gij geil geworden zijt als een grazige vaars, [en] hebt gebriest als de sterke [paarden];
Klaagliederen 1:15[Samech.] De Heere heeft al mijn sterken in het midden van mij vertreden; Hij heeft een bijeenkomst over mij uitgeroepen, om mijn jongelingen te verbreken; de Heere heeft de wijnpers der jonkvrouw, der dochter van Juda, getreden.

Mede mogelijk dankzij

Livius Onderwijs