H84 אֶבְרָה
slagpennen, vlerken, vleugelen

Bijbelteksten

Deuteronomium 32:11Gelijk een arend zijn nest opwekt, over zijn jongen zweeft, zijn vleugelen uitbreidt, ze neemt en ze draagt op zijn vlerken;
Job 39:16Zijn [van u] de verheugelijke vleugelen der pauwen? Of de vederen des ooievaars, en des struisvogels?
Psalm 68:14Al laagt gijlieden tussen twee rijen van stenen, [zo zult gij toch worden als] vleugelen ener duive, overdekt met zilver, en welker vederen zijn met uitgegraven geluwen goud.
Psalm 91:4Hij zal u dekken met Zijn vlerken, en onder Zijn vleugelen zult gij betrouwen; Zijn waarheid is een rondas en beukelaar.

Mede mogelijk dankzij