H98 אֲגַם
plas, waterplas, staand water, waterpoel, poelen, watervloed, burchten

Bijbelteksten

Exodus 7:19Verder zeide de HEERE tot Mozes: Zeg tot Aaron: Neem uw staf, en steek uw hand uit over de wateren der Egyptenaren, over hun stromen, over hun rivieren, en over hun poelen, en over alle vergadering hunner wateren, dat zij bloed worden; en er zij bloed in het ganse Egypteland, beide in houten en in stenen [vaten].
Exodus 8:5Verder zeide de HEERE tot Mozes: Zeg tot Aaron: Strek uw hand uit met uw staf, over de stromen, en over de rivieren, en over de poelen; en doe vorsen opkomen over Egypteland.
Psalm 107:35Hij stelt de woestijn tot een waterpoel, en het dorre land tot watertochten.
Psalm 114:8Die den rotssteen veranderde in een watervloed, den keisteen in een waterfontein.
Jesaja 14:23En Ik zal hen stellen tot een erve der nachtuilen, en [tot] waterpoelen; en Ik zal hen met een bezem des verderfs uitvagen, spreekt de HEERE der heirscharen.
Jesaja 35:7En het dorre land zal tot staand water worden, en het dorstige land tot springaders der wateren; in de woningen der draken, waar zij gelegen hebben, zal gras met riet en biezen zijn.
Jesaja 41:18Ik zal rivieren op de hoge plaatsen openen, en fonteinen in het midden der valleien; Ik zal de woestijn tot een waterpoel zetten, en het dorre land tot watertochten.
Jesaja 42:15Ik zal bergen en heuvelen woest maken, en al hun gras zal Ik doen verdorren; en Ik zal de rivieren tot eilanden maken, en de poelen uitdrogen.
Jeremia 51:32En [dat] de veren ingenomen, en de rietpoelen met vuur verbrand zijn; en [dat] de krijgslieden verbaasd zijn.

Mede mogelijk dankzij

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel