H183 אָוָה
gelusten, lust krijgen, iemand begeerte uitgaan, lust hebben, een verlangen opkomen bij, begeren

Bijbelteksten

Prediker 6:2Een man, denwelken God gegeven heeft rijkdom, en goederen, en eer; en hij heeft voor zijn ziel aan geen ding gebrek, van alles wat hij begeert; en God geeft hem de macht niet, om daarvan te eten, maar dat een vreemd man dat opeet. Dit is [ook] ijdelheid en een kwade smart.
Jesaja 26:9[Met] mijn ziel heb ik U begeerd in den nacht, ook zal ik [met] mijn geest, [die] in het binnenste van mij is, U vroeg zoeken; want wanneer Uw gerichten op de aarde zijn, zo leren de inwoners der wereld gerechtigheid.
Jeremia 17:16Ik heb toch niet aangedrongen, meer dan een herder achter U [betaamde]; ook heb ik den dodelijken dag niet begeerd, Gij weet [het]; wat uit mijn lippen is gegaan, is voor Uw aangezicht geweest.
Amos 5:18Wee dien, die des HEEREN dag begeren! Waartoe toch zal ulieden de dag des HEEREN zijn? Hij zal duisternis wezen en geen licht.
Micha 7:1Ai mij! want ik ben, als wanneer de zomervruchten zijn ingezameld; als wanneer de nalezingen in den wijnoogst geschied zijn; er is geen druif om te eten; mijn ziel begeert vroegrijpe vrucht.

Mede mogelijk dankzij

KlussenKlussen