H209 אוֹנָן
Onan

Bijbelteksten

Genesis 38:4Daarna werd zij weder bevrucht, en baarde een zoon, en zij noemde zijn naam Onan.
Genesis 38:8Toen zeide Juda tot Onan: Ga in tot uws broeders huisvrouw, en trouw haar in uws broeders naam, en verwek uw broeder zaad.
Genesis 38:9Doch Onan, wetende, dat dit zaad voor hem niet zoude zijn, zo geschiedde het, als hij tot zijns broeders huisvrouw inging, dat hij het verdierf tegen de aarde, om zijn broeder geen zaad te geven.
Genesis 46:12En de zonen van Juda: Er, en Onan, en Sela, en Perez, en Zerah. Doch Er en Onan waren gestorven in het land van Kanaan; en de zonen van Perez waren Hezron en Hamul.
Numeri 26:19De zonen van Juda waren Er en Onan; maar Er en Onan stierven in het land Kanaan.
1 Kronieken 2:3De kinderen van Juda zijn: Er, en Onan, en Sela; drie zijn er hem geboren van de dochter van Sua, de Kanaanietische; en Er, de eerstgeborene van Juda, was kwaad in de ogen des HEEREN; daarom doodde Hij hem.

Mede mogelijk dankzij

Hadderech