H215 אוֹר
aanlichten, doen lichten, licht, lichten (werkw), lichten (ww), voorlichten, verlichten
Psalm 67:2 | God zijn ons genadig en zegene ons; Hij doe Zijn aanschijn aan ons lichten. Sela. |
Psalm 76:5 | Gij zijt doorluchtiger [en] heerlijker dan de roofbergen. |
Psalm 77:19 | Het geluid Uws donders was in het ronde; de bliksemen verlichtten de wereld; de aarde werd beroerd en daverde. |
Psalm 80:4 | O God! breng ons weder, en laat Uw aanschijn lichten, zo zullen wij verlost worden. |
Psalm 80:8 | O God der heirscharen! breng ons weder, en laat Uw aangezicht lichten; zo zullen wij verlost worden. |
Psalm 80:20 | O HEERE, God der heirscharen! breng ons weder; laat Uw aanschijn lichten, zo zullen wij verlost worden. |
Psalm 97:4 | Zijn bliksemen verlichten de wereld; het aardrijk ziet ze en het beeft. |
Psalm 105:39 | Hij breidde een wolk uit tot een deksel, en vuur om den nacht te verlichten. |
Psalm 119:130 | De opening Uwer woorden geeft licht, de slechten verstandig makende. |
Psalm 119:135 | Doe Uw aangezicht lichten over Uw knecht, en leer mij Uw inzettingen. |
Psalm 139:12 | Ook verduistert de duisternis voor U niet; maar de nacht licht als de dag; de duisternis is als het licht. |
Spreuken 4:18 | Maar het pad der rechtvaardigen is gelijk een schijnend licht, voortgaande en lichtende tot den vollen dag toe. |
Spreuken 29:13 | De arme en de bedrieger ontmoeten elkander; de HEERE verlicht hun beider ogen. |
Prediker 8:1 | Wie is gelijk de wijze, en wie weet de uitlegging der dingen? De wijsheid der mensen verlicht zijn aangezicht, en de stuursheid zijns aangezichts wordt [daardoor] veranderd. |
Jesaja 27:11 | Als haar takken verdord zullen zijn, zullen zij afgebroken worden, [en] de vrouwen, komende, zullen ze aansteken; want het is geen volk van enig verstand; daarom zal Hij, Die het gemaakt heeft, Zich deszelven niet ontfermen, en Die het geformeerd heeft, zal aan hetzelve geen genade bewijzen. |
Jesaja 60:1 | Maak u op, word verlicht, want uw Licht komt, en de heerlijkheid des HEEREN gaat over u op. |
Jesaja 60:19 | De zon zal u niet meer wezen tot een licht des daags, en tot een glans zal u de maan niet lichten; maar de HEERE zal u wezen tot een eeuwig Licht, en uw God tot uw Sierlijkheid. |
Ezechiel 32:7 | En als Ik u zal uitblussen, zal Ik den hemel bedekken, en zijn sterren zwart maken; Ik zal de zon met wolken bedekken, en de maan zal haar licht niet laten lichten. |
Ezechiel 43:2 | En ziet, de heerlijkheid des Gods van Israel kwam van den weg naar het oosten; en Zijn stem was als het geruis van vele wateren, en de aarde werd verlicht van Zijn heerlijkheid. |
Daniel 9:17 | En nu, o onze God! hoor naar het gebed Uws knechts, en naar zijn smekingen; en doe Uw aangezicht lichten over Uw heiligdom, dat verwoest is; om des HEEREN wil. |