H254 אָח
bekken, haard , vuurbekken

Bijbelteksten

Jeremia 36:22(De koning nu zat [in] het winterhuis in de negende maand; en er was [een vuur] voor zijn aangezicht op den haard aangestoken.)
Jeremia 36:23En het geschiedde, als Jehudi drie stukken, of vier gelezen had, versneed hij ze met een schrijfmes, en wierp ze in het vuur, dat op den haard was, totdat de ganse rol verteerd was in het vuur, dat op den haard was.

Mede mogelijk dankzij

KlussenKlussen