H343 אֵיד
ongeluk, tegenspoed, ondergang, verderfelijk, verderf, ongeluksdag, ongeval, ondergang
Deuteronomium 32:35 | Mijn is de wraak en de vergelding, ten tijde als hunlieder voet zal wankelen; want de dag huns ondergangs is nabij, en de dingen, die hun zullen gebeuren, haasten. |
2 Samuel 22:19 | Zij hadden mij bejegend ten dage mijns ongevals; maar de HEERE was mij een Steunsel. |
Job 18:12 | Zijn macht zal hongerig wezen, en het verderf is bereid aan zijn zijde. |
Job 21:17 | Hoe dikwijls geschiedt het, dat de lamp der goddelozen uitgeblust wordt, en hun verderf hun overkomt; dat [God hun] smarten uitdeelt in Zijn toorn! |
Job 21:30 | Dat de boze onttrokken wordt ten dage des verderfs; [dat zij] ten dage der verbolgenheden ontvoerd worden. |
Job 30:12 | Ter rechterhand staat de jeugd op, stoten mijn voeten uit, en banen tegen mij hun verderfelijke wegen. |
Job 31:3 | Is niet het verderf voor den verkeerde, ja, wat vreemds voor de werkers der ongerechtigheid? |
Job 31:23 | Want het verderf Gods was bij mij een schrik, en ik vermocht niet vanwege Zijn hoogheid. |
Psalm 18:19 | Zij hadden mij bejegend ten dage mijns ongevals; maar de HEERE was mij tot een Steunsel. |
Spreuken 1:26 | Zo zal Ik ook in ulieder verderf lachen; Ik zal spotten, wanneer uw vreze komt. |
Spreuken 1:27 | Wanneer uw vreze komt gelijk een verwoesting, en uw verderf aankomt als een wervelwind; wanneer u benauwdheid en angst overkomt; |
Spreuken 6:15 | Daarom zal zijn verderf haastelijk komen; hij zal schielijk verbroken worden, dat er geen genezen aan zij. |
Spreuken 17:5 | Die den arme bespot, smaadt deszelfs Maker; die zich verblijdt in het verderf, zal niet onschuldig zijn. |
Spreuken 24:22 | Want hun verderf zal haastelijk ontstaan; en wie weet hun beider ondergang? |
Spreuken 27:10 | Verlaat uw vriend, noch den vriend uws vaders niet; en ga ten huize uws broeders niet op den dag van uw tegenspoed. Beter is een gebuur die nabij is, dan een broeder, die verre is. |
Jeremia 18:17 | Als een oostenwind zal Ik hen verstrooien voor het aangezicht des vijands; Ik zal hun den nek en niet het aangezicht laten zien, ten dage huns verderfs. |
Jeremia 46:21 | Zelfs haar gehuurden in haar midden zijn als gemeste kalveren; maar die hebben zich ook gewend, zij zijn te zamen gevlucht, zij hebben niet gestaan; want de dag huns verderfs is over hen gekomen, de tijd hunner bezoeking. |
Jeremia 48:16 | Moabs verderf is nabij om te komen, en zijn kwaad haast zeer. |
Jeremia 49:8 | Vliedt, wendt u, woont in diepe [plaatsen], gij inwoners van Dedan! want Ik heb Ezau's verderf over hem gebracht, den tijd, [dat] Ik hem bezocht heb. |
Jeremia 49:32 | En hun kemelen zullen ten roof zijn, en de menigte van hun vee zal ten buit zijn; en Ik zal hen verstrooien in alle winden, [te weten] degenen, die aan de hoeken afgekort zijn; en Ik zal hunlieder verderf van al zijn zijden aanbrengen, spreekt de HEERE. |