H469 אֱלִיצָפָן
Elsafan, Elisafan, Elzafan, Elizafan, Elisafan, Elisafanieten
Exodus 6:21 | En de zonen van Uzziel: Misael, en Elzafan, en Sithri. |
Leviticus 10:4 | En Mozes riep Misael en Elzafan, de zonen van Uzziel, den oom van Aaron, en zeide tot hen: Treedt toe, draagt uw broederen weg, van voor het heiligdom tot buiten het leger. |
Numeri 3:30 | De overste nu van het vaderlijke huis der geslachten van de Kahathieten, zal zijn Elisafan, de zoon van Uzziel. |
Numeri 34:25 | En van den stam der kinderen van Zebulon, de overste Elizafan, zoon van Parnach; |
1 Kronieken 15:8 | Uit de kinderen van Elizafan was overste Semaja, en van zijn broederen waren tweehonderd. |
2 Kronieken 29:13 | En van de kinderen van Elizafan, Simri en Jeiel; en van de kinderen van Asaf, Zecharja en Mattanja; |