Esther 7:9 | En Charbona, een van de kamerlingen, voor het aanschijn des konings [staande], zeide: Ook zie, de galg, welke Haman gemaakt heeft voor Mordechai, die goed voor den koning gesproken heeft, staat bij Hamans huis, vijftig ellen hoog. Toen zeide de koning: Hang hem daaraan. |
Jesaja 6:4 | Zodat de posten der dorpels zich bewogen van de stem des roependen; en het huis werd vervuld met rook. |
Jeremia 51:13 | Gij, die aan vele wateren woont, die machtig zijt van schatten! uw einde is gekomen, de maat uwer gierigheid. |
Jeremia 52:21 | Aangaande de pilaren, achttien ellen was de hoogte eens pilaars, en een draad van twaalf ellen omving hem; en zijn dikte was vier vingeren, [en] hij was hol. |
Jeremia 52:22 | En het kapiteel daarop was koper, en de hoogte des enen kapiteels was vijf ellen, en een net, en granaatappelen op het kapiteel rondom, alles koper; en dezen gelijk had de andere pilaar, met granaatappelen. |
Ezechiel 40:5 | En ziet, er was een muur buiten aan het huis, rondom henen, en in des mans hand was een meetriet van zes ellen, [elke el] van een el en een handbreed, en hij mat de breedte des gebouws een riet, en de hoogte een riet. |
Ezechiel 40:7 | En [elk] kamertje een riet de lengte, en een riet de breedte; en tussen de kamertjes vijf ellen; en den dorpel der poort, bij het voorhuis der poort van binnen, een riet. |
Ezechiel 40:9 | Toen mat hij het [andere] voorhuis der poort, acht ellen, en haar posten twee ellen; en het voorhuis der poort was van binnen. |
Ezechiel 40:11 | Voorts mat hij de wijdte der deur van de poort, tien ellen; de lengte der poort, dertien ellen. |
Ezechiel 40:12 | En er was een ruim voor aan de kamertjes, van een el [van deze], en een ruim van een el van gene zijde; en [elk] kamertje zes ellen van deze, en zes ellen van gene zijde. |
Ezechiel 40:13 | Toen mat hij de poort van het dak van het ene kamertje af tot aan het dak van een ander; de breedte was vijf en twintig ellen; deur was tegenover deur. |
Ezechiel 40:14 | Ook maakte hij posten van zestig ellen, namelijk tot den post des voorhofs, rondom de poort henen. |
Ezechiel 40:15 | En van het voorste deel der poort des ingangs, tot aan het voorste deel van het voorhuis van de binnenpoort, waren vijftig ellen. |
Ezechiel 40:19 | En hij mat de breedte, van het voorste deel der benedenste poort af, voor aan het binnenste voorhof, van buiten, honderd ellen, oostwaarts en noordwaarts. |
Ezechiel 40:21 | En haar kamertjes, drie van deze en drie van gene zijde; en haar posten en haar voorhuizen waren naar de maat der eerste poort; vijftig ellen haar lengte, en de breedte van vijf en twintig ellen. |
Ezechiel 40:23 | De poort nu van het binnenste voorhof was tegenover de poort van het noorden en van het oosten; en hij mat van poort tot poort honderd ellen. |
Ezechiel 40:25 | En zij had vensteren, ook aan haar voorhuizen, rondom henen, gelijk deze vensteren; de lengte was vijftig ellen, en de breedte vijf en twintig ellen. |
Ezechiel 40:27 | Ook was er een poort in het binnenste voorhof, den weg naar het zuiden; en hij mat van poort tot poort, den weg naar het zuiden, honderd ellen. |
Ezechiel 40:29 | En haar kamertjes, en haar posten, en haar voorhuizen waren naar deze maten; en zij had vensteren, ook in haar voorhuizen, rondom henen; de lengte was vijftig ellen, en de breedte vijf en twintig ellen. |
Ezechiel 40:30 | En er waren voorhuizen rondom henen; de lengte was vijf en twintig ellen, en de breedte vijf ellen. |