H539 אָמַן
ondersteunen, bevestigen, trouw zijn, voedstervader, voedster, verzorgster, pilaren, deurposten, ver

Bijbelteksten

Psalm 78:22Omdat zij in God niet geloofden, en op Zijn heil niet vertrouwden.
Psalm 78:32Boven dit alles zondigden zij nog, en geloofden niet, door Zijn wonderen.
Psalm 78:37Want hun hart was niet recht met Hem, en zij waren niet getrouw in Zijn verbond.
Psalm 89:29Ik zal hem Mijn goedertierenheid in eeuwigheid houden, en Mijn verbond zal hem vast blijven.
Psalm 89:38Hij zal eeuwiglijk bevestigd worden, gelijk de maan; en de Getuige in den hemel is getrouw. Sela.
Psalm 93:5Uw getuigenissen zijn zeer getrouw; de heiligheid is Uw huize sierlijk, HEERE! tot lange dagen.
Psalm 101:6Mijn ogen zullen zijn op de getrouwen in het land, dat zij bij mij zitten; die in den oprechten weg wandelt, die zal mij dienen.
Psalm 106:12Toen geloofden zij aan Zijn woorden; zij zongen Zijn lof.
Psalm 106:24Zij versmaadden ook het gewenste land; zij geloofden Zijn woord niet.
Psalm 111:7[Mem.] De werken Zijner handen zijn waarheid en oordeel; [Nun.] al Zijn bevelen zijn getrouw.
Psalm 116:10Ik heb geloofd, daarom sprak ik; ik ben zeer bedrukt geweest.
Psalm 119:66Leer mij een goeden zin en wetenschap, want ik heb aan Uw geboden geloofd.
Spreuken 11:13Die [als] een achterklapper wandelt, openbaart het heimelijke; maar die getrouw is van geest, bedekt de zaak.
Spreuken 14:15De slechte gelooft alle woord; maar de kloekzinnige merkt op zijn gang.
Spreuken 25:13Een trouw gezant is dengenen, die hem zenden, als de koude der sneeuw ten dage des oogstes; want hij verkwikt zijns heren ziel.
Spreuken 26:25Als hij met zijn stem smeekt, geloof hem niet, want zeven gruwelen zijn in zijn hart.
Spreuken 27:6De wonden des liefhebbers zijn getrouw; maar de kussingen des haters zijn af te bidden.
Jesaja 1:21Hoe is de getrouwe stad tot een hoer geworden! Zij was vol recht, gerechtigheid herbergde daarin, maar nu doodslagers.
Jesaja 1:26En Ik zal [u] uw rechters wedergeven, als in het eerste, en uw raadslieden als in den beginne; daarna zult gij een stad der gerechtigheid, een getrouwe stad, genoemd worden.
Jesaja 7:9Ondertussen zal Samaria Efraims hoofd zijn, en de zoon van Remalia het hoofd van Samaria. Indien gijlieden niet gelooft, zekerlijk, gij zult niet bevestigd worden.

Mede mogelijk dankzij

Hadderech