Numeri 13:28 | Behalve dat het een sterk volk is, hetwelk in dat land woont, en de steden zijn vast, [en] zeer groot; en ook hebben wij daar kinderen van Enak gezien. |
Numeri 22:35 | De Engel des HEEREN nu zeide tot Bileam: Ga heen met deze mannen; maar alleenlijk dat woord, wat Ik tot u spreken zal, dat zult gij spreken. Alzo toog Bileam met de vorsten van Balak. |
Numeri 23:13 | Toen zeide Balak tot hem: Kom toch met mij aan een andere plaats, van waar gij hem zult zien; gij zult niet dan zijn einde zien, maar hem niet ganselijk zien; en vervloek hem mij van daar! |
Deuteronomium 15:4 | Alleenlijk, omdat er geen bedelaar onder u zal zijn; want de HEERE zal u overvloediglijk zegenen in het land, dat u de HEERE, uw God, ten erve zal geven, om hetzelve erfelijk te bezitten; |
Deuteronomium 32:36 | Want de HEERE zal aan Zijn volk recht doen, en het zal Hem over Zijn knechten berouwen; want Hij zal zien, dat de hand is weggegaan, en de beslotene en verlatene niets is. |
Deuteronomium 33:17 | Hij heeft de heerlijkheid des eerstgeborenen zijns osses, en zijn hoornen zijn hoornen des eenhoorns; met dezelve zal hij de volken te zamen stoten tot aan de einden des lands. Dezen nu zijn de tien duizenden van Efraim, en dezen zijn de duizenden van Manasse! |
Richteren 4:9 | En zij zeide: Ik zal zekerlijk met u trekken, behalve dat de eer de uwe niet zal zijn op dezen weg, dien gij wandelt; want de HEERE zal Sisera verkopen in de hand ener vrouw. Alzo maakte Debora zich op, en toog met Barak naar Kedes. |
1 Samuel 2:10 | Die met den HEERE twisten, zullen verpletterd worden; Hij zal in den hemel over hen donderen; de HEERE zal de einden der aarde richten, en zal Zijn Koning sterkte geven, en den hoorn Zijns Gezalfden verhogen. |
2 Samuel 9:3 | En de koning zeide: Is er nog iemand van het huis van Saul, dat ik Gods weldadigheid bij hem doe? Toen zeide Ziba tot den koning: Er is nog een zoon van Jonathan, die geslagen is aan beide voeten. |
2 Samuel 12:14 | Nochtans, dewijl gij door deze zaak de vijanden des HEEREN grotelijks hebt doen lasteren, zal ook de zoon, die u geboren is, den dood sterven. |
2 Koningen 14:26 | Want de HEERE zag, dat de ellende van Israel zeer bitter was, en dat er geen opgeslotenen noch verlatenen waren, en dat Israel geen helper had. |
Job 7:6 | Mijn dagen zijn lichter geweest dan een weversspoel, en zijn vergaan zonder verwachting. |
Psalm 2:8 | Eis van Mij, en Ik zal de heidenen geven tot Uw erfdeel, en de einden der aarde [tot] Uw bezitting. |
Psalm 22:28 | Alle einden der aarde zullen het gedenken, en zich tot den HEERE bekeren; en alle geslachten der heidenen zullen voor Uw aangezicht aanbidden. |
Psalm 59:14 | Verteer hen in grimmigheid; verteer hen, dat zij er niet zijn, en laat hen weten, dat God Heerser is in Jakob, [ja,] tot aan de einden der aarde. Sela. |
Psalm 67:8 | God zal ons zegenen; en alle einden der aarde zullen Hem vrezen. |
Psalm 72:8 | En hij zal heersen van de zee tot aan de zee, en van de rivier tot aan de einden der aarde. |
Psalm 98:3 | Hij is gedachtig geweest Zijner goedertierenheid, en Zijner waarheid aan het huis Israels; en al de einden der aarde hebben gezien het heil onzes Gods. |
Spreuken 14:28 | In de menigte des volks is des konings heerlijkheid; maar in gebrek van volk is eens vorsten verstoring. |
Spreuken 26:20 | Als er geen hout is, gaat het vuur uit; en als er geen oorblazer is, wordt het gekijf gestild. |