H661 אָפַף
omgeven, omvangen, omringen

Bijbelteksten

2 Samuel 22:5Want baren des doods hadden mij omvangen; beken Belials verschrikten mij.
Psalm 18:5Banden des doods hadden mij omvangen, en beken Belials verschrikten mij.
Psalm 40:13Want kwaden, tot zonder getal toe, hebben mij omgeven; mijn ongerechtigheden hebben mij aangegrepen, dat ik niet heb kunnen zien; zij zijn menigvuldiger dan de haren mijns hoofds, en mijn hart heeft mij verlaten.
Psalm 116:3De banden des doods hadden mij omvangen, en de angsten der hel hadden mij getroffen; ik vond benauwdheid en droefenis.
Jona 2:5De wateren hadden mij omgeven tot de ziel toe, de afgrond omving mij; het wier was aan mijn hoofd gebonden.

Mede mogelijk dankzij

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel