H753 אֹרֶךְ
langheid, langdurig wonen, lankmoedigheid, tot lange dagen, lengte, hoog, lang
2 Kronieken 6:13 | (Want Salomo had een koperen gestoelte gemaakt, en had het gesteld in het midden des voorhofs; zijnde vijf ellen in zijn lengte en vijf ellen in zijn breedte, en drie ellen in zijn hoogte; en hij stond daarop, en knielde op zijn knieen voor de ganse gemeente van Israel, en breidde zijn handen uit naar den hemel.) |
Job 12:12 | In de stokouden is de wijsheid, en in de langheid der dagen het verstand. |
Psalm 21:5 | Het leven heeft hij van U begeerd. Gij hebt het hem gegeven; lengte van dagen, eeuwiglijk en altoos. |
Psalm 23:6 | Immers zullen mij het goede en de weldadigheid volgen al de dagen mijns levens; en ik zal in het huis des HEEREN blijven in lengte van dagen. |
Psalm 91:16 | Ik zal hem met langheid der dagen verzadigen, en Ik zal hem Mijn heil doen zien. |
Psalm 93:5 | Uw getuigenissen zijn zeer getrouw; de heiligheid is Uw huize sierlijk, HEERE! tot lange dagen. |
Spreuken 3:2 | Want langheid van dagen, en jaren van leven, en vrede zullen zij u vermeerderen. |
Spreuken 3:16 | Langheid der dagen is in haar rechterhand, in haar linkerhand rijkdom en eer. |
Spreuken 25:15 | Een overste wordt door lankmoedigheid overreed; en een zachte tong breekt het gebeente. |
Klaagliederen 5:20 | Waarom zoudt Gij ons steeds vergeten? [Waarom] zoudt Gij ons [zo] langen tijd verlaten? |
Ezechiel 31:7 | Alzo was hij schoon in zijn grootheid [en] in de lengte zijner takken, omdat zijn wortel aan grote wateren was. |
Ezechiel 40:7 | En [elk] kamertje een riet de lengte, en een riet de breedte; en tussen de kamertjes vijf ellen; en den dorpel der poort, bij het voorhuis der poort van binnen, een riet. |
Ezechiel 40:11 | Voorts mat hij de wijdte der deur van de poort, tien ellen; de lengte der poort, dertien ellen. |
Ezechiel 40:18 | Het plaveisel nu was aan de zijde van de poorten, tegenover de lengte van de poorten; [dit] was het benedenste plaveisel. |
Ezechiel 40:20 | Aangaande de poort nu, die den weg naar het noorden zag, aan het buitenste voorhof, hij mat derzelver lengte en derzelver breedte. |
Ezechiel 40:21 | En haar kamertjes, drie van deze en drie van gene zijde; en haar posten en haar voorhuizen waren naar de maat der eerste poort; vijftig ellen haar lengte, en de breedte van vijf en twintig ellen. |
Ezechiel 40:25 | En zij had vensteren, ook aan haar voorhuizen, rondom henen, gelijk deze vensteren; de lengte was vijftig ellen, en de breedte vijf en twintig ellen. |
Ezechiel 40:29 | En haar kamertjes, en haar posten, en haar voorhuizen waren naar deze maten; en zij had vensteren, ook in haar voorhuizen, rondom henen; de lengte was vijftig ellen, en de breedte vijf en twintig ellen. |
Ezechiel 40:30 | En er waren voorhuizen rondom henen; de lengte was vijf en twintig ellen, en de breedte vijf ellen. |
Ezechiel 40:33 | Ook haar kamertjes, en haar posten, en haar voorhuizen naar deze maten; en zij had vensteren ook aan haar voorhuizen, rondom henen; de lengte was vijftig ellen, en de breedte vijf en twintig ellen. |