H836 אָשֵׁר
Asher, Aser

Bijbelteksten

Jozua 17:11Want Manasse had, in Issaschar en in Aser, Beth-sean en haar onderhorige plaatsen, en Jibleam en haar onderhorige plaatsen, en de inwoners te Dor en haar onderhorige plaatsen, en de inwoners te En-dor en haar onderhorige plaatsen, en de inwoners te Thaanach en haar onderhorige plaatsen, en de inwoners te Megiddo en haar onderhorige plaatsen: drie landstreken.
Jozua 19:24Toen ging het vijfde lot voor den stam der kinderen van Aser uit, naar hun huisgezinnen.
Jozua 19:31Dit is het erfdeel van den stam der kinderen van Aser, naar hun huisgezinnen, deze steden en haar dorpen.
Jozua 19:34En deze landpale wendt zich westwaarts naar Asnoth-thabor, en van daar gaat zij voort naar Hukkok, en zij reikt aan Zebulon tegen het zuiden, en aan Aser reikt zij tegen het westen, en aan Juda aan de Jordaan tegen den opgang der zon.
Jozua 21:6En aan den kinderen van Gerson, van de huisgezinnen van den stam van Issaschar, en van den stam van Aser, en van den stam van Nafthali, en van den halven stam van Manasse, in Bazan, bij het lot, dertien steden.
Jozua 21:30En van den stam van Aser, Misal en haar voorsteden, Abdon en haar voorsteden;
Richteren 1:31Aser verdreef de inwoners van Acco niet, noch de inwoners van Sidon, noch Achlab, noch Achsib, noch Chelba, noch Afik, noch Rechob;
Richteren 5:17Gilead bleef aan gene zijde der Jordaan; en Dan, waarom onthield hij zich in schepen! Aser zat aan de zeehaven, en bleef in zijn gescheurde plaatsen.
Richteren 6:35Ook zond hij boden in gans Manasse, en die werden ook achter hem bijeengeroepen; desgelijks zond hij boden in Aser, en in Zebulon, en in Nafthali; en zij kwamen op, hun tegemoet.
Richteren 7:23Toen werden de mannen van Israel bijeengeroepen, uit Nafthali, en uit Aser, en uit gans Manasse; en zij jaagden de Midianieten achterna.
1 Koningen 4:16Baana, de zoon van Husai, was in Aser en in Aloth.
1 Kronieken 2:2Dan, Jozef en Benjamin, Nafthali, Gad en Aser.
1 Kronieken 6:62En de kinderen van Gerson, naar hun huisgezinnen, hadden van den stam van Issaschar, en van den stam van Aser, en van den stam van Nafthali, en van den stam van Manasse in Basan, dertien steden.
1 Kronieken 6:74En van den stam van Aser: Masal en haar voorsteden, en Abdor en haar voorsteden,
1 Kronieken 7:30De kinderen van Aser waren Jimna, en Jisva, en Jisvi, en Beria, en Sera, hunlieder zuster.
1 Kronieken 7:40Deze allen waren kinderen van Aser, hoofden der vaderlijke huizen, uitgelezene kloeke helden, hoofden der vorsten; en zij werden in geslachtsregisters geteld ten heire in den krijg; hun getal was zes en twintig duizend mannen.
1 Kronieken 12:36En uit Aser, uitgaande in het heir, om krijgsorde te houden, waren veertig duizend;
2 Kronieken 30:11Evenwel verootmoedigden zich sommigen van Aser, en Manasse, en van Zebulon, en kwamen te Jeruzalem.
Ezechiel 48:2En aan de landpale van Dan, van den oosterhoek tot den westerhoek toe, Aser een.
Ezechiel 48:3En aan de landpale van Aser, van den oosterhoek af tot den westerhoek toe, Nafthali een.

Mede mogelijk dankzij

KlussenKlussen