H935 בּוֹא
brengen, komen tot (sex), komen, ingaan, heengaan, binnengaan, gaan, inkomen

Bijbelteksten

Exodus 10:1Daarna zeide de HEERE tot Mozes: Ga in tot Farao; want Ik heb zijn hart verzwaard, ook het hart zijner knechten, opdat Ik deze Mijn tekenen in het midden van hen zette;
Exodus 10:3Zo gingen Mozes en Aaron tot Farao, en zeiden tot hem: Zo zegt de HEERE, de God der Hebreeën: Hoe lang weigert gij u voor Mijn aangezicht te verootmoedigen? Laat Mijn volk trekken, dat zij Mij dienen.
Exodus 10:4Want indien gij weigert Mijn volk te laten trekken, zie, zo zal Ik morgen sprinkhanen in uw landpale brengen.
Exodus 10:26En ons vee zal ook met ons gaan, er zal niet een klauw achterblijven; want van hetzelve zullen wij nemen, om den HEERE, onzen God, te dienen; want wij weten niet, waarmede wij den HEERE, onzen God, dienen zullen, totdat wij daar komen.
Exodus 11:1(Want de HEERE had tot Mozes gesproken: Ik zal nog een plaag over Farao, en over Egypte brengen, daarna zal hij ulieden van hier laten trekken; als hij [u] geheellijk zal laten trekken, zo zal hij u haastelijk van hier uitdrijven.
Exodus 12:23Want de HEERE zal doorgaan, om de Egyptenaren te slaan; doch wanneer Hij het bloed zien zal aan den bovendorpel en aan de twee zijposten, zo zal de HEERE de deur voorbijgaan, en den verderver niet toelaten in uw huizen te komen om te slaan.
Exodus 12:25En het zal geschieden, als gij in dat land komt, dat u de HEERE geven zal, gelijk Hij gesproken heeft, zo zult gij dezen dienst onderhouden.
Exodus 13:5En het zal geschieden, als u de HEERE zal gebracht hebben in het land der Kanaanieten, en der Hethieten, en der Amorieten, en der Hevieten, en der Jebusieten, hetwelk Hij uw vaderen gezworen heeft u te geven, een land vloeiende van melk en honig; zo zult gij dezen dienst houden in deze maand.
Exodus 13:11Het zal ook geschieden, wanneer u de HEERE in het land der Kanaanieten zal gebracht hebben, gelijk Hij u en uw vaderen gezworen heeft, en Hij het u zal gegeven hebben;
Exodus 14:16En gij, hef uw staf op, en strek uw hand uit over de zee, en klief dezelve, dat de kinderen Israels door het midden der zee gaan op het droge.
Exodus 14:17En Ik, zie, Ik zal het hart der Egyptenaren verstokken, dat zij na hen daarin gaan; en Ik zal verheerlijkt worden aan Farao en aan al zijn heir, aan zijn wagenen en aan zijn ruiteren.
Exodus 14:20En zij kwamen tussen het leger der Egyptenaren, en tussen het leger van Israel; en de wolk was te gelijk duisternis en verlichtte den nacht; zodat de een tot den ander niet naderde den gansen nacht.
Exodus 14:22En de kinderen Israels zijn ingegaan in het midden van de zee, op het droge; en de wateren waren hun een muur, aan hun rechter- en aan hun linkerhand.
Exodus 14:23En de Egyptenaars vervolgden hen, en gingen in, achter hen, al de paarden van Farao, zijn wagenen en zijn ruiteren, in het midden van de zee.
Exodus 14:28Want als de wateren wederkeerden, zo bedekten zij de wagenen en de ruiters van het ganse heir van Farao, dat hen nagevolgd was in de zee; er bleef niet een van hen over.
Exodus 15:17Die zult Gij inbrengen, en planten hen op den berg Uwer erfenis, ter plaatse, welke Gij, o HEERE! gemaakt hebt tot Uw woning, het heiligdom, hetwelk Uw handen gesticht hebben, o HEERE!
Exodus 15:19Want Farao's paard, met zijn wagen, met zijn ruiters, zijn in de zee gekomen, en de HEERE heeft de wateren der zee over hen doen wederkeren; maar de kinderen Israels zijn op het droge in het midden van de zee gegaan.
Exodus 15:23Toen kwamen zij te Mara; doch zij konden het water van Mara niet drinken, want het was bitter; daarom werd derzelver naam genoemd Mara.
Exodus 15:27Toen kwamen zij te Elim, en daar waren twaalf waterfonteinen, en zeventig palmbomen; en zij legerden zich aldaar aan de wateren.
Exodus 16:1Toen zij van Elim gereisd waren, zo kwam de ganse vergadering der kinderen Israels in de woestijn Sin, welke is tussen Elim en tussen Sinai, aan den vijftienden dag der tweede maand, nadat zij uit Egypteland uitgegaan waren.

Mede mogelijk dankzij

BoekenBoeken