H977 בָּחַר
uitlezen, uitgelezen, uitverkiezen, verkiezen, kiezen, begeren

Bijbelteksten

1 Kronieken 28:10Zie nu toe, want de HEERE heeft u verkoren, dat gij een huis ten heiligdom bouwt; wees sterk, en doe het.
1 Kronieken 29:1Verder zeide de koning David tot de ganse gemeente: God heeft mijn zoon Salomo alleen verkoren, een jongeling en teder; dit werk daarentegen is groot, want het is geen paleis voor een mens, maar voor God, den HEERE.
2 Kronieken 6:5Van dien dag af, dat Ik Mijn volk uit Egypteland uitgevoerd heb, heb Ik geen stad verkoren uit alle stammen van Israel, om een huis te bouwen, dat Mijn Naam daar zou wezen; en geen man verkoren om een voorganger te zijn over Mijn volk Israel.
2 Kronieken 6:6Maar Ik heb Jeruzalem verkoren, dat Mijn Naam daar zou wezen; en Ik heb David verkoren, dat hij over Mijn volk Israel wezen zou.
2 Kronieken 6:34Wanneer Uw volk in den krijg tegen zijn vijanden uittrekken zal door den weg, dien Gij hen heenzenden zult, en zullen tot U bidden naar den weg dezer stad, die Gij verkoren hebt, en naar dit huis, hetwelk ik Uw Naam gebouwd heb;
2 Kronieken 6:38En zij zich tot U bekeren, met hun ganse hart en met hun ganse ziel, in het land hunner gevangenis, waar zij hen gevankelijk weggevoerd hebben, en bidden zullen naar den weg huns lands, dat Gij hun vaderen gegeven hebt, en naar deze stad, die Gij verkoren hebt, en naar dit huis, dat ik Uw Naam gebouwd heb;
2 Kronieken 7:12En de HEERE verscheen Salomo des nachts, en Hij zeide tot hem: Ik heb uw gebed verhoord, en heb Mij deze plaats verkoren tot een offerhuis.
2 Kronieken 7:16Want Ik heb nu dit huis verkoren en geheiligd, opdat Mijn Naam daar zij tot in eeuwigheid; en Mijn ogen en Mijn hart zullen daar te allen dage zijn.
2 Kronieken 12:13Zo versterkte zich de koning Rehabeam in Jeruzalem, en regeerde; want Rehabeam was een en veertig jaren oud, als hij koning werd, en hij regeerde zeventien jaren in Jeruzalem, de stad, die de HEERE uit alle stammen van Israel verkoren had, om Zijn Naam daar te zetten; en de naam zijner moeder was Naama, een Ammonietische.
Nehemia 1:9En gij zult u tot Mij bekeren, en Mijn geboden houden, en die doen; al waren uw verdrevenen aan het einde des hemels, Ik zal hen vandaar verzamelen, en zal ze brengen tot de plaats, die Ik verkoren heb, om Mijn Naam aldaar te doen wonen.
Nehemia 9:7Gij zijt die HEERE, de God, Die Abram hebt verkoren, en hem uit Ur der Chaldeen uitgevoerd; en Gij hebt zijn naam gesteld Abraham.
Job 7:15Zodat mijn ziel de verworging kiest; den dood meer dan mijn beenderen.
Job 9:14Hoeveel te min zal ik Hem antwoorden, [en] mijn woorden uitkiezen tegen Hem?
Job 15:5Want uw mond leert uw ongerechtigheid, en gij hebt de tong der arglistigen verkoren.
Job 29:25Verkoos ik hun weg, zo zat ik bovenaan, en woonde als een koning onder de benden, als een, die treurigen vertroost.
Job 34:4Laat ons kiezen voor ons, wat recht is; laat ons kennen onder ons wat goed is.
Job 34:33Zal het van u zijn, hoe Hij iets vergelden zal, dewijl gij [Hem] versmaadt? Zoudt gij dan verkiezen, en niet ik? Wat weet gij dan? Spreek.
Job 36:21Wacht u, wend u niet tot ongerechtigheid; overmits gij ze in dezen verkoren heb, uit oorzake van de ellende.
Psalm 25:12[Mem.] Wie is de man, die den HEERE vreest? Hij zal hem onderwijzen in den weg, [dien] hij zal hebben te verkiezen.
Psalm 33:12Welgelukzalig is het volk, welks God de HEERE is; het volk, dat Hij Zich ten erve verkoren heeft.

Mede mogelijk dankzij

StudieboekenStudieboeken