H989 בְּטֵל
stilliggen, beletten, ophouden, staken

Bijbelteksten

Ezra 4:21Geeft dan nu bevel, om diezelve mannen te beletten, dat diezelve stad niet opgebouwd worde, totdat van mij bevel zal worden gegeven.
Ezra 4:23Toen, van dat het afschrift des briefs van den koning Arthahsasta voor Rehum, en Simsai, den schrijver, en hun gezelschappen gelezen was, togen zij in haast naar Jeruzalem tot de Joden, en beletten hen met arm en geweld.
Ezra 4:24Toen hield het werk op van het huis Gods, Die te Jeruzalem [woont], ja, het hield op tot in het tweede jaar van het koninkrijk van Darius, den koning van Perzie.
Ezra 5:5Doch het oog huns Gods was over de oudsten der Joden, dat zij hun niet beletten, totdat de zaak aan Darius kwam, en zij alsdan daarover een brief wederbrachten.
Ezra 6:8Ook wordt van mij bevel gegeven, wat gijlieden doen zult aan de oudsten dezer Joden, om dit huis Gods te bouwen; te weten, dat uit des konings goederen, van den cijns aan gene zijde der rivier, de onkosten dezen mannen spoediglijk gegeven worden, opdat men hen niet belette.

Mede mogelijk dankzij