Spreuken 7:4 | Zeg tot de wijsheid: Gij zijt mijn zuster; en heet het verstand uw bloedvriend; |
Spreuken 8:14 | Raad en het wezen zijn Mijne; Ik ben het Verstand, Mijne is de Sterkte. |
Spreuken 9:6 | Verlaat de slechtigheden, en leeft; en treedt in den weg des verstands. |
Spreuken 9:10 | De vreze des HEEREN is het beginsel der wijsheid, en de wetenschap der heiligen is verstand. |
Spreuken 16:16 | Hoeveel beter is het wijsheid te bekomen, dan uitgegraven goud, en uitnemender, verstand te bekomen, dan zilver! |
Spreuken 23:4 | Vermoei u niet om rijk te worden; sta af van uw vernuft. |
Spreuken 23:23 | Koop de waarheid, en verkoop ze niet, [mitsgaders] wijsheid, en tucht, en verstand. |
Spreuken 30:2 | Voorwaar, ik ben onvernuftiger dan iemand; en ik heb geen mensenverstand; |
Jesaja 11:2 | En op Hem zal de Geest des HEEREN rusten, de Geest der wijsheid en des verstands, de Geest des raads en der sterkte, de Geest der kennis en der vreze des HEEREN. |
Jesaja 27:11 | Als haar takken verdord zullen zijn, zullen zij afgebroken worden, [en] de vrouwen, komende, zullen ze aansteken; want het is geen volk van enig verstand; daarom zal Hij, Die het gemaakt heeft, Zich deszelven niet ontfermen, en Die het geformeerd heeft, zal aan hetzelve geen genade bewijzen. |
Jesaja 29:14 | Daarom, ziet, Ik zal voorts wonderlijk handelen met dit volk, wonderlijk en wonderbaarlijk; want de wijsheid zijner wijzen zal vergaan, en het verstand zijner verstandigen zal zich verbergen. |
Jesaja 29:24 | En die dwalende van geest zijn, zullen tot verstand komen, en de murmureerders zullen de lering aannemen. |
Jesaja 33:19 | Gij zult niet [meer] dat stuurse volk zien, het volk, dat zo diep van spraak is, dat men het niet horen kan, van belachelijke tong, hetwelk men niet verstaan kan. |
Jeremia 23:20 | Des HEEREN toorn zal zich niet afwenden, totdat Hij zal hebben gedaan, en totdat Hij zal hebben daargesteld de gedachten Zijns harten; in het laatste der dagen zult gij [met] verstand daarop letten. |
Daniel 1:20 | En [in] alle zaken van verstandige wijsheid, die de koning hun afvroeg, zo vond hij hen tienmaal boven al de tovenaars [en] sterrekijkers, die in zijn ganse koninkrijk waren. |
Daniel 8:15 | En het geschiedde, toen ik dat gezicht zag, ik Daniel, zo zocht ik het verstand [deszelven], en ziet, er stond voor mij als de gedaante eens mans. |
Daniel 9:22 | En hij onderrichtte [mij] en sprak met mij, en zeide: Daniel! nu ben ik uitgegaan, om u den zin te doen verstaan. |
Daniel 10:1 | In het derde jaar van Kores, den koning van Perzie, werd aan Daniel, wiens naam genoemd werd Beltsazar, een zaak geopenbaard, en die zaak is de waarheid, doch [in] een gezetten groten tijd; en hij verstond die zaak, en hij had verstand van het gezicht. |