H1237 בִּקְעָה
dal, Bikat(-awen) , vlakte, dalen, Bikeat(-aven), vallei, laagte
Genesis 11:2 | Maar het geschiedde, als zij tegen het oosten togen, dat zij een laagte vonden in het land Sinear; en zij woonden aldaar. |
Deuteronomium 8:7 | Want de HEERE, uw God, brengt u in een goed land, een land van waterbeken, fonteinen en diepten, die in dalen en in bergen uitvlieten; |
Deuteronomium 11:11 | Maar het land, waarheen gij overtrekt, om dat te erven, is een land van bergen en van dalen; het drinkt water bij den regen des hemels; |
Deuteronomium 34:3 | En het Zuiden, en het effen veld der vallei van Jericho, de palmstad, tot Zoar toe. |
Jozua 11:8 | En de HEERE gaf hen in de hand van Israel, en zij sloegen hen, en joegen hen na tot groot Sidon toe, en tot Misrefoth-maim, en tot het dal Mizpa tegen het oosten; en zij sloegen hen, totdat zij geen overigen onder hen overlieten. |
Jozua 11:17 | Van den kalen berg, die opwaarts naar Seir gaat, tot Baal-gad toe, in het dal van den Libanon, onder aan den berg Hermon; al hun koningen nam hij ook, en sloeg hen, en doodde hen. |
Jozua 12:7 | Dit nu zijn de koningen des lands, die Jozua sloeg, en de kinderen Israels, aan deze zijde van de Jordaan tegen het westen, van Baal-gad aan, in het dal van den Libanon, en tot aan den kalen berg, die naar Seir opgaat; en Jozua gaf het aan de stammen Israels tot een erfelijke bezitting, naar hun afdelingen. |
2 Kronieken 35:22 | Doch Josia keerde zijn aangezicht niet van hem; maar hij verstelde zich om tegen hem te strijden, en hoorde niet naar de woorden van Necho uit den mond van God; maar hij kwam om te strijden in het dal Megiddo. |
Nehemia 6:2 | Zo zond Sanballat, en Gesem, tot mij, om te zeggen: Kom en laat ons te zamen vergaderen in de dorpen, in het dal Ono. Maar zij dachten mij kwaad te doen. |
Psalm 104:8 | De bergen rezen op, de dalen daalden, ter plaatse, die Gij voor hen gegrond hadt. |
Jesaja 40:4 | Alle dalen zullen verhoogd worden, en alle bergen en heuvelen zullen vernederd worden; en wat krom is, dat zal recht, en wat hobbelachtig is, dat zal tot een vallei gemaakt worden. |
Jesaja 41:18 | Ik zal rivieren op de hoge plaatsen openen, en fonteinen in het midden der valleien; Ik zal de woestijn tot een waterpoel zetten, en het dorre land tot watertochten. |
Jesaja 63:14 | Gelijk een beest, [dat] afgaat in de valleien, heeft hun de Geest des HEEREN rust gegeven. Alzo hebt Gij Uw volk geleid, opdat Gij U een heerlijken Naam zoudt maken. |
Ezechiel 3:22 | En de hand des HEEREN was daar op mij, en Hij zeide tot mij: Maak u op, ga uit in de vallei, en Ik zal daar met u spreken. |
Ezechiel 3:23 | En ik maakte mij op, en ging uit in de vallei, en ziet, de heerlijkheid des HEEREN stond aldaar, gelijk de heerlijkheid, die ik gezien had bij de rivier Chebar; en ik viel op mijn aangezicht. |
Ezechiel 8:4 | En ziet, de heerlijkheid des Gods van Israel was aldaar, naar de gedaante, die ik in de vallei gezien had. |
Ezechiel 37:1 | De hand des HEEREN was op mij, en de HEERE voerde mij uit in den geest, en zette mij neder in het midden ener vallei; dezelve nu was vol beenderen. |
Ezechiel 37:2 | En Hij deed mij bij dezelve voorbijgaan geheel rondom; en ziet, er waren zeer vele op den grond der vallei; en ziet, zij waren zeer dor. |
Amos 1:5 | En Ik zal den grendel van Damaskus verbreken, en zal uitroeien den inwoner van Bikeat-aven, en dien, die den scepter houdt, uit Beth-eden; en het volk van Syrie zal gevankelijk weggevoerd worden naar Kir, zegt de HEERE. |
Zacharia 12:11 | Te dien dage zal te Jeruzalem de rouwklage groot zijn, gelijk die rouwklage van Hadadrimmon, in het dal van Megiddon. |