H1389 גִּבְעָה
heuveltop, heuvelen, Heuvel der voorhuiden, wierookheuvel, heuvel

Bijbelteksten

2 Koningen 16:4Hij offerde ook en rookte op de hoogten en op de heuvelen, ook onder alle groen geboomte.
2 Koningen 17:10En zij hadden zich staande beelden opgericht en bossen, op allen hogen heuvel en onder alle groen geboomte.
2 Kronieken 28:4Ook offerde hij en rookte op de hoogten en op de heuvelen, mitsgaders onder alle groen geboomte.
Job 15:7Zijt gij de eerste een mens geboren? Of zijt gij voor de heuvelen voortgebracht?
Psalm 65:13Zij bedruipen de weiden der woestijn; en de heuvelen zijn aangegord met verheuging.
Psalm 72:3De bergen zullen den volke vrede dragen, ook de heuvelen, met gerechtigheid.
Psalm 114:4De bergen sprongen als rammen, de heuvelen als lammeren.
Psalm 114:6Gij bergen, dat gij opsprongt als rammen? gij heuvelen! als lammeren?
Psalm 148:9Gij bergen en alle heuvelen; vruchtbomen en alle cederbomen!
Spreuken 8:25Aleer de bergen ingevest waren, voor de heuvelen was Ik geboren.
Hooglied 2:8[Dat] is de stem mijns Liefsten, ziet Hem, Hij komt, springende op de bergen, huppelende op de heuvelen!
Hooglied 4:6Totdat de dag aankomt, en de schaduwen vlieden, zal Ik gaan tot den mirreberg, en tot den wierookheuvel.
Jesaja 2:2En het zal geschieden in het laatste der dagen, dat de berg van het huis des HEEREN zal vastgesteld zijn op den top der bergen, en dat hij zal verheven worden boven de heuvelen, en tot denzelven zullen alle heidenen toevloeien.
Jesaja 2:14En tegen alle hoge bergen, en tegen alle verhevene heuvelen;
Jesaja 10:32Nog een dag blijft hij te Nob; hij zal zijn hand bewegen [tegen] den berg der dochter van Sion, den heuvel van Jeruzalem.
Jesaja 30:17Een duizend van het schelden van een enige, van het schelden van vijf zult gij [allen] vlieden; totdat gij overgelaten wordt, gelijk een mast op den top van een berg, en als een banier op een heuvel.
Jesaja 30:25En er zullen op allen hogen berg, en op allen verhevenen heuvel beekjes [en] watervlieten zijn, in den dag der grote slachting, wanneer de torens vallen zullen.
Jesaja 31:4Want alzo heeft de HEERE tot mij gezegd: Gelijk als een leeuw, en een jonge leeuw over zijn roof brult, wanneer schoon een volle menigte der herderen samengeroepen wordt tegen hem, verschrikt hij voor hun stem niet, en vernedert zich niet vanwege hun veelheid; alzo zal de HEERE der heirscharen nederdalen, om te strijden voor den berg Sions en voor haar heuvel.
Jesaja 40:4Alle dalen zullen verhoogd worden, en alle bergen en heuvelen zullen vernederd worden; en wat krom is, dat zal recht, en wat hobbelachtig is, dat zal tot een vallei gemaakt worden.
Jesaja 40:12Wie heeft de wateren met Zijn vuist gemeten, en van de hemelen met de span de maat genomen, en heeft met een drieling het stof der aarde begrepen, en de bergen gewogen in een waag, en de heuvelen in een weegschaal?

Mede mogelijk dankzij

KlussenKlussen