Spreuken 24:31 | En ziet, hij was gans opgeschoten van distelen; zijn gedaante was [met] netelen bedekt, en zijn stenen scheidsmuur was afgebroken. |
Ezechiel 42:10 | Aan de breedte van den muur des voorhofs, den weg naar het oosten, voor aan de afgesneden plaats, en voor aan het gebouw, waren kameren. |