H1446 גְדֹר
Gedor

Bijbelteksten

Jozua 15:58Halhul, Beth-zur, en Gedor,
1 Kronieken 4:4En Pnuel was de vader van Gedor, en Ezer de vader van Husah. Dit zijn de kinderen van Hur, den eerstgeborene van Efratha, den vader van Bethlehem.
1 Kronieken 4:18En zijn Joodse huisvrouw baarde Jered, den vader van Gedor, en Heber, den vader van Socho, en Jekuthiel, den vader van Zanoah; en die zijn kinderen van Bitja, de dochter van Farao, die Mered genomen had.
1 Kronieken 4:39En zij gingen tot aan den ingang van Gedor tot het oosten des dals, om weide te zoeken voor hun schapen.
1 Kronieken 8:31En Gedor, en Ahio, en Zecher.
1 Kronieken 9:37En Gedor, en Ahio, en Zacharja, en Mikloth.
1 Kronieken 12:7En Joela en Zebadja, de zonen van Jeroham, van Gedor.

Mede mogelijk dankzij

KlussenKlussen