H1593 גַּנָּה
tuinen, boomgaarden, hoven, lusthoven, tuin, hof
Numeri 24:6 | Gelijk de beken breiden zij zich uit, als de hoven aan de rivieren; de HEERE heeft ze geplant, als de sandelbomen, als de cederbomen aan het water. |
Job 8:16 | Hij is sappig voor de zon, en zijn scheuten gaan over zijn hof uit. |
Prediker 2:5 | Ik maakte mij hoven en lusthoven, en ik plantte bomen in dezelve, van allerlei vrucht. |
Jesaja 1:29 | Want zij zullen beschaamd worden om der eiken wil, die gijlieden begeerd hebt, en gij zult schaamrood worden, om der hoven wil, die gij verkoren hebt. |
Jesaja 1:30 | Want gij zult zijn als een eik, welks bladeren afvallen, en als een hof, die geen water heeft. |
Jesaja 61:11 | Want gelijk de aarde haar spruit voortbrengt, en gelijk een hof, hetgeen in hem gezaaid is, doet uitspruiten; alzo zal de Heere HEERE gerechtigheid en lof doen uitspruiten voor al de volken. |
Jesaja 65:3 | Een volk, Mij geduriglijk tergende in Mijn aangezicht, in hoven offerende, en rokende op tichelstenen; |
Jesaja 66:17 | Die zichzelven heiligen, en zichzelven reinigen in de hoven, achter een in het midden [derzelve], die zwijnenvlees eten, en verfoeisel, en muizen; te zamen zullen zij verteerd worden, spreekt de HEERE. |
Jeremia 29:5 | Bouwt huizen en woont [daarin], en plant hoven en eet de vrucht daarvan; |
Jeremia 29:28 | Want daarom heeft hij tot ons [naar] Babel gezonden, zeggende: Het zal lang duren; bouwt huizen, en woont [daarin] en plant hoven, en eet de vrucht daarvan. |
Amos 4:9 | Ik heb ulieden geslagen met brandkoren en met honigdauw; de veelheid uwer hoven, en uwer wijngaarden, en uwer vijgebomen, en uwer olijfbomen at de rups op; nochtans hebt gij u niet bekeerd tot Mij, spreekt de HEERE. |
Amos 9:14 | En Ik zal de gevangenis van Mijn volk Israel wenden, en zij zullen de verwoeste steden herbouwen en bewonen, en wijngaarden planten, en derzelver wijn drinken; en zij zullen hoven maken, en derzelver vrucht eten. |