H1653 גֶּשֶׁם
regen

Bijbelteksten

Genesis 7:12En een plasregen was op de aarde veertig dagen en veertig nachten.
Genesis 8:2Ook werden de fonteinen des afgronds, en de sluizen des hemels gesloten, en de plasregen van den hemel werd opgehouden.
Leviticus 26:4Zo zal Ik uw regens geven op hun tijd; en het land zal zijn inkomst geven, en het geboomte des velds zal zijn vrucht geven;
1 Koningen 17:7En het geschiedde ten einde van [vele] dagen, dat de beek uitdroogde; want geen regen was in het land geweest.
1 Koningen 17:14Want zo zegt de HEERE, de God Israels: Het meel van de kruik zal niet verteerd worden, en de olie der fles zal niet ontbreken, tot op den dag, dat de HEERE regen op den aardbodem geven zal.
1 Koningen 18:41Daarna zeide Elia tot Achab: Trek op, eet en drink; want er is een geruis van een overvloedigen regen.
1 Koningen 18:44En het geschiedde op de zevende maal, dat hij zeide: Zie, een kleine wolk, als eens mans hand, gaat op van de zee. En hij zeide: Ga op, zeg tot Achab: Span aan, en kom af, dat u de regen niet ophoude.
1 Koningen 18:45En het geschiedde ondertussen, dat de hemel van wolken en wind zwart werd; en er kwam een groten regen; en Achab reed weg, en toog naar Jizreel.
2 Koningen 3:17Want zo zegt de HEERE: Gijlieden zult geen wind zien, en gij zult geen regen zien; nochtans zal dit dal met water vervuld worden, zodat gij zult drinken, gij, en uw vee, en uw beesten.
Ezra 10:9Toen verzamelden zich alle mannen van Juda en Benjamin te Jeruzalem in drie dagen; het was de negende maand op den twintigsten in de maand; en al het volk zat op de straat van Gods huis, sidderende om deze zaak, en vanwege de plasregenen.
Ezra 10:13Maar des volks is veel, en het is een tijd van plasregen, dat men hier buiten niet staan kan; en het is geen werk van een dag noch van twee; want velen onzer hebben overtreden in deze zaak.
Job 37:6Want Hij zegt tot de sneeuw: Wees op de aarde; en [tot] den plasregens des regens; dan is er de plasregen Zijner sterke regenen.
Psalm 68:10Gij hebt zeer milden regen doen druipen, o God! en Gij hebt Uw erfenis gesterkt, als zij mat was geworden.
Psalm 105:32Hij maakte hun regen tot hagel, vlammig vuur in hun land.
Spreuken 25:14Een man, die zichzelven beroemt over een valse gift, is [als] wolken en wind, waar geen regen bij is.
Spreuken 25:23De noordenwind verdrijft den regen, en een vergramd aangezicht de verborgen tong.
Prediker 11:3Als de wolken vol geworden zijn, zo storten zij plasregen uit op de aarde; en als de boom naar het zuiden, of als hij naar het noorden valt, in de plaats, waar de boom valt, daar zal hij wezen.
Prediker 12:2Eer dan de zon, en het licht, en de maan, en de sterren verduisterd worden, en de wolken wederkomen na den regen.
Hooglied 2:11Want zie, de winter is voorbij, de plasregen is over, hij is overgegaan;
Jesaja 44:14Als hij zich cederen afhouwt, zo neemt hij een cypressenboom of een eik, en hij versterkt zich onder de bomen des wouds; hij plant een olmboom, en de regen maakt [dien] groot.

Mede mogelijk dankzij

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel