H1794 דָּכָה
verbrijzeld, verpletteren, bukken, neerduiken, verbrijzelen, verslagen

Bijbelteksten

Psalm 10:10Hij duikt neder, hij buigt zich; en de arme hoop valt in zijn sterke [poten].
Psalm 38:9Ik ben verzwakt, en uitermate zeer verbrijzeld; ik brul van het geruis mijns harten.
Psalm 44:20Hoewel Gij ons verpletterd hebt in een plaats der draken, en ons met een doodsschaduw bedekt hebt.
Psalm 51:10Doe mij vreugde en blijdschap horen; dat de beenderen zich verheugen, [die] Gij verbrijzeld hebt.
Psalm 51:19De offeranden Gods zijn een gebroken geest; een gebroken en verslagen hart zult Gij, o God! niet verachten.

Mede mogelijk dankzij

Livius Onderwijs